Inhoudsopgave

Zonder correcte financiële informatie voor schuldeisers wordt homologatie akkoord afgewezen

Een bedrijf in financiële moeilijkheden dat een schuldeisersakkoord aanbiedt, moet zorgen dat daarin alle relevante informatie staat, zodat de schuldeisers zich een goed beeld kunnen vormen van de waarde van het bedrijf. Schiet die informatie tekort, dan kan het homologatieverzoek worden afgewezen.

Een autohandelaar zoekt een oplossing voor de financiële problemen. Hij kiest voor een ‘besloten akkoordprocedure buiten faillissement’, en bereidt een schuldeisersakkoord voor, waarin staat dat alle crediteuren een deel van hun vordering betaald krijgen. Daarmee zijn zij beter af dan met een faillissement – dan krijgen veel schuldeisers namelijk helemaal niets.

Homologeren

Alle schuldeisers stemmen voor het akkoord, op één na: een bedrijf aan wie de autohandelaar nog een huurschuld heeft. De autohandelaar vraagt de rechtbank Zeeland-West-Brabant het akkoord te ‘homologeren’ – goed te keuren –, zodat ook de tegenstemmende verhuurder eraan is gebonden. De autohandelaar zelf stelt dat zijn bedrijf in de kern gezond is. Maar door enkele tegenvallers, onder andere door de coronapandemie, zijn er liquiditeitsproblemen ontstaan. Er is een kapitaalinjectie nodig en er is al iemand die dat zou willen doen. Na homologatie van het akkoord en de uitvoering daarvan zal het autobedrijf weer levensvatbaar zijn.

Realisatiewaarde

In principe wijst de rechtbank verzoeken tot homologatie toe. Nu een schuldeiser zich heeft verzet tegen het akkoord, moet de rechter dit verder onderzoeken. In de Faillissementswet staat dat de rechtbank een verzoek tot homologatie afwijst als het akkoord niet alle informatie omvat, die wettelijk is voorgeschreven. Wat er zeker in moet staan zijn de naam van de schuldenaar, de financiële gevolgen van het akkoord, de verwachte realisatiewaarde als het akkoord tot stand komt, de verwachte opbrengst bij vereffening van het vermogen van de schuldenaar in faillissement, en de uitgangspunten en aannames die bij deze berekeningen worden gehanteerd. Deze informatie hebben stemgerechtigde schuldeisers nodig om een goed oordeel te kunnen vormen over het akkoord. In deze zaak was de informatie niet overzichtelijk, compleet of correct.

Informatie

Zo was bij de rechtbank aanvankelijk de indruk gewekt dat het ging om een voorgenomen herstructurering van een commanditaire vennootschap. Maar het homologatieverzoek is vervolgens ingediend door een persoon (de autohandelaar), die een eenmanszaak heeft. Ook blijkt dat de inschrijving in het Handelsregister met terugwerkende kracht gewijzigd. Daaruit blijkt dat de CV is ontbonden en beëindigd en de onderneming van de CV is voortgezet als eenmanszaak. De schuldeisers hebben ook onvoldoende informatie gekregen over de verwachte waarde als het akkoord tot stand komt of bij vereffening in geval van faillissement. In het reorganisatieplan staat zelfs geen enkele waarde – wel in een accountantsrapport, maar daarin staat weer niet op welke aannames deze waardebepalingen zijn gebaseerd en hoe de waardes zijn berekend.

Afgewezen

Opgeteld is de autohandelaar, die om homologatie verzocht, tekortgeschoten in de informatievoorziening. Waren de schuldeisers wel volledig geïnformeerd, dan hadden zij mogelijk anders gestemd over het akkoord. Om die reden wordt het verzoek tot homologatie van het akkoord afgewezen.

ECLI:NL:RBZWB:2021:7103

Bron:Rechtbank Zeeland-West-Brabant | jurisprudentie | ECLI:NL:RBZWB:2021:7103 | 19-09-2023
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Bel 026 – 35 22 888 of stuur een bericht.

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn