Twee jongens van zeventien hebben samen een onderneming in bedrijfskleding. Om die onderneming te kunnen voeren willen zij bepaalde rechtshandelingen verrichten die ze als minderjarige nog niet mogen uitvoeren. Daarom verzoeken ze bij de kantonrechter van de rechtbank Limburg om 'handlichting'. Dat verzoek wordt toegewezen.
Op basis van de wet kunnen met handlichting aan een minderjarige bepaalde bevoegdheden van een meerderjarige worden toegekend. Een verzoek tot handlichting kan bij de kantonrechter worden ingediend wanneer een minderjarige de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt. Bij de beoordeling van het verzoek moet de kantonrechter zich laten leiden door het belang van de minderjarige en beoordelen of de gevraagde handlichting verantwoord is. Ouders moeten met het verzoek instemmen.
Bedrijfskleding
De jongens hebben aan de kantonrechter duidelijk gemaakt waarom zij de handlichting nodig hebben. Zij exploiteren samen een onderneming en om dat goed te kunnen doen is het openen van een zakelijke bankrekening nodig. Ook willen ze zelfstandig rechtshandelingen kunnen aangaan in het kader van de exploitatie van hun onderneming. De ouders staan achter het verzoek van de jongens.
Belang
De kantonrechter is van oordeel dat de verlening van de handlichting in het belang is van de jongens en dat dit ook verantwoord is. Het verzoek van de jongens wordt dus toegewezen. De jongens mogen daardoor de rechtshandelingen verrichten die nodig zijn om hun onderneming uit te oefenen. Zo mogen zij een zakelijke bankrekening openen en beheren en kunnen zij overeenkomsten aangaan voor de exploitatie van hun onderneming.
Staatscourant
De handlichting gaat in vanaf het moment dat deze door de kantonrechter bekend is gemaakt in de Staatscourant. De jongens moeten er zelf voor zorgen dat de handlichting in het Handelsregister wordt opgenomen. Dat is wettelijk verplicht.