Inhoudsopgave

Wie is bestuurder van een auto: Hoge Raad stelt vragen aan Europese Hof

Kan een mede-inzittende die tijdens het rijden plotseling aan de handrem trekt en daardoor een ongeluk veroorzaakt, als 'bestuurder' van de auto worden beschouwd? De Hoge Raad  stelde prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie over de uitleg van het begrip ‘bestuurder’ in de regels over verplichte motorrijtuigverzekeringen.  

Wat speelde er in deze zaak? Een voetballer rijdt na een uitwedstrijd met twee teamgenoten naar een andere voetbalclub. Hiervoor gebruiken ze een personenbusje van hun club. Bij de andere club pikken ze hun voormalige trainer op, die achterin gaat zitten. Als het busje met zo’n 70 km per uur op een N-weg rijdt, trekt de trainer ineens aan de handrem, waardoor het busje slipt en tegen twee betonnen pilaren knalt. De man achter het stuur en zijn teamgenoot naast hem worden de bus uitgeslingerd en raken ernstig gewond. De teamgenoot overlijdt de volgende dag en de man die achter het stuur zat loopt blijvend hersenletsel op, waardoor hij volledig arbeidsongeschikt wordt verklaard.

Aansprakelijk 

Omdat deze man zijn financiële belangen niet meer kan behartigen, wordt een stichting als bewindvoerder aangesteld. Die vraagt namens hem aan de rechtbank Noord-Nederland om voor recht te verklaren dat de verzekeraar waarbij het busje is verzekerd op grond van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) aansprakelijk is voor zijn schade. Volgens artikel 4 lid 1 WAM hoeft de verzekeraar echter geen dekking te bieden voor schade van de bestuurder van het motorrijtuig dat het ongeval heeft veroorzaakt. Centraal staat in deze zaak daarom de vraag: heeft de man die achter het stuur zat de hoedanigheid van bestuurder verloren doordat de trainer plotseling aan de handrem trok en zo het ongeluk veroorzaakte?

Hoedanigheid van bestuurder 

Ja, oordeelt de rechtbank. Na het aantrekken van de handrem door de trainer was de man achter het stuur niet langer in staat zelf het busje te besturen: hij had geen grip meer op de rijrichting, snelheid en voortbeweging ervan. En dus heeft hij vanaf het moment dat de trainer aan de handrem trok de hoedanigheid van bestuurder verloren. Nu hij geen 'bestuurder' was, moet de verzekeraar in beginsel zijn schade vergoeden.

Overruled

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden denkt daar in hoger beroep anders over. Dat de trainer de man achter het stuur heeft overruled door de bestuurdersrol naar zich toe te trekken, maakt volgens het hof niet dat de man achter het stuur geen bestuurder meer is. Hij is immers degene die op de bestuurdersstoel achter het stuur is gaan zitten, het busje in beweging heeft gebracht en de snelheid en de rijrichting bepaalde. Hij hanteerde de bedieningsorganen, en dit werd niet anders doordat de trainer ook een bestuurshandeling uitvoerde.

In control

De man stapt naar de Hoge Raad. Volgens hem is het oordeel van het hof onjuist en ook onbegrijpelijk. De advocaat-generaal adviseert de Hoge Raad het arrest van het hof te vernietigen. Immers, de man achter het stuur verloor de hoedanigheid van bestuurder toen de trainer het hem door het aantrekken van de handrem actief onmogelijk maakte nog ‘in control’ te zijn als bestuurder.

Bescherming van inzittenden

De Hoge Raad overweegt dat het begrip ‘bestuurder’ in de WAM moet worden uitgelegd in overeenstemming met de Europese regels over verplichte motorrijtuigenverzekeringen. Daarbij wijst de Hoge Raad erop dat het Hof van Justitie (Luxemburg) in verschillende uitspraken heeft gewezen op het belang van bescherming van inzittenden. De vraag rijst nu of deze Europese regelgeving zo moet worden uitgelegd dat de verplichte verzekering aansprakelijkheid moet dekken voor de schade van de (aanvankelijke) bestuurder, als een passagier ingrijpt in de besturing met een ongeluk als gevolg. De Hoge Raad stelt hierover prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie. De Hoge Raad wil ook weten of er uit de Europese regels eisen voortkomen die de nationale rechter in acht moet nemen bij het vaststellen of een bestuurder de hoedanigheid van bestuurder in de omstandigheden van het geval heeft verloren.

De Hoge Raad schorst de zaak tot het Europese Hof uitspraak heeft gedaan.

ECLI:NL:HR:2024:1022

Bron:Hoge Raad | jurisprudentie | ECLI:NL:HR:2024:1022 | 04-07-2024
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Neem contact met ons op!

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn