Wat gebeurt er als een schuldenaar direct na de faillissementszitting, maar vóór de faillietverklaring zijn schulden voldoet? In deze zaak werd de faillietverklaring door het gerechtshof vernietigd.
Een werknemer vraagt de rechtbank om zijn werkgever failliet te verklaren. Hij heeft een vordering van € 7.741 wegens achterstallig loon. In de ochtend van 1 oktober 2024 behandelt de rechtbank dit verzoek. ’s Middags om 15.30 uur bericht de advocaat van de werkgever de rechtbank dat de vordering inmiddels is voldaan. Dit bericht wordt vijf minuten later doorgestuurd naar de advocaat van de werknemer, met het verzoek om vóór 16.00 uur het faillissementsverzoek in te trekken. Om 15.59 uur laat de rechtbank de advocaat van de werkgever weten hierop niet te kunnen ingaan omdat de behandeling van het faillissementsverzoek al is gesloten. Diezelfde dag, om 16.22 uur, spreekt de rechtbank het faillissement van de werkgever uit en wordt een curator benoemd. Een kwartiertje later bericht de advocaat van de werknemer de rechtbank dat de werkgever de vordering heeft betaald, en dat de werknemer het faillissementsverzoek intrekt.
Hoger beroep
Nu het faillissement vaststaat, gaat de werkgever in hoger beroep: op het moment dat de rechtbank het faillissement uitsprak, had de werkgever de vordering volledig betaald. Ook de curator vindt dat het faillissement moet worden vernietigd omdat er feitelijk geen vordering bestond ten tijde van de faillietverklaring.
Geen vorderingsrecht
Wordt het faillissement aangevraagd door een werknemer, zo staat in de Faillissementswet, dan wordt het faillissement uitgesproken als summierlijk blijkt dat de schuldenaar heeft opgehouden te betalen én als sprake is van een vorderingsrecht van de verzoekende werknemer. De werkgever stelt dat de werknemer geen vorderingsrecht (meer) heeft.
Vernietiging faillissement
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch moet beoordelen of de werkgever de vordering van de werknemer om 16.22 uur (toen de faillietverklaring werd uitgesproken) volledig had betaald. Bepalend is niet het moment van betaling maar het moment waarop de werknemer de (volledige) betaling heeft ontvangen. Een girale betaling wordt immers pas voltooid door de ontvangst daarvan. De werkgever toont aan dat hij om 15.10 uur de betaling uitvoerde, op hetzelfde moment is het bedrag bijgeschreven op de rekening van de werknemer. Hiermee staat volgens het hof voldoende vast dat op het moment dat de rechtbank het faillissement van de werkgever uitsprak (1 oktober 2024 om 16.22 uur) de vordering van de aanvrager van het faillissement (de werknemer) al niet meer bestond. Hiermee was niet voldaan aan alle vereisten voor faillietverklaring. Het hof wijst het verzoek van de werknemer alsnog af en vernietigt het faillissement.
Salaris curator
Het hof stelt het salaris van de curator vast op € 5.000 inclusief btw (zoals de curator had verzocht). Dit moet de werkgever betalen, en ook de proceskosten die de werknemer heeft gemaakt (€ 1.214).