Inhoudsopgave

Wel of geen ontoelaatbare concurrentie na aandelenoverdracht?

Na een aandelenoverdracht ontstaat er discussie over de vraag of de verkopende partij wel of geen concurrerende werkzaamheden verricht – dat was immers niet toegestaan. Hoe moet de koopovereenkomst precies worden gelezen?

Een holding heeft twee werkmaatschappijen: een ingenieursbureau en een constructietak waar een bepaalde lift wordt gemaakt en verkocht, een verrijdbare tilhulp waarmee bepaalde producten kunnen worden verplaatst. De ingenieurs hebben deze lift ontwikkeld. Op enig moment verkoopt de holding de constructietak: de koper neemt de aandelen over voor € 345.000. Daarbij wordt de afspraak gemaakt dat (oud-)werknemers van de holding de komende vijf jaar niet mogen werken bij andere bedrijven die vergelijkbare of concurrerende producten maken. Gebeurt dat toch, dan kan de bestuurder van de holding voor maximaal € 100.000 in privé aansprakelijk worden gesteld (de ‘garantstelling’).

Concurrerende activiteit

Een jaar later ontdekt de koper dat de Duitse dealer van de lift een nieuw soort lift op de markt wil brengen. Die is ontwikkeld door een BV die is gevestigd op hetzelfde adres waarop de constructietak vóór de overname was gevestigd. De bestuurder van deze BV was voorheen in dienst bij het ingenieursbureau en als hoofdconstructeur betrokken bij de ontwikkeling van de eerste lift. De koper eist dat deze hoofdconstructeur zijn concurrerende activiteiten staakt en stelt hem aansprakelijk. Diens vrouw roept de vernietiging in van de garantstelling van de bestuurder (haar man): zij zegt daarmee niet te hebben ingestemd.

Concurrentiebeding

Nu partijen er niet uitkomen, stapt de koper naar de rechtbank Noord-Holland, en eist daar € 100.000 van de bestuurder van de holding: die heeft zich niet gehouden aan het concurrentiebeding. Die ontkent dat: de bestuurder/hoofdconstructeur is immers geen oud-werknemer van de holding. Er is ook geen sprake van concurrentie, omdat de nieuw ontwikkelde lift een ander tilvermogen heeft.

Letterlijke tekst

Tijdens de onderhandelingen over de aandelenoverdracht heeft de hoofdconstructeur verklaard dat hij zich niet zal bezighouden met activiteiten die met de lift concurreren. Hij wilde echter niet meer overeenkomen dan dat hij ‘geen exacte kopie van de lift zal produceren en verkopen’. Het was dus, aldus de rechtbank, wel de bedoeling hij onder het concurrentiebeding zou vallen. Het gaat dus niet om de letterlijke tekst van de overeenkomst, maar wat partijen voor ogen stonden. Nu de hoofdconstructeur heeft meegewerkt aan het ontwikkelen en verkopen van een andere lift, heeft hij de overeenkomst geschonden. Beide liften zijn gezien hun aard en werking vergelijkbare en concurrerende producten, ook al verschilt het tilvermogen.

Schade

De holding is tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst, en is daarmee in principe schadeplichtig ten opzichte van het bedrijf dat de aandelen heeft overgenomen. De rechtbank vindt het aannemelijk dat dit bedrijf schade heeft geleden, vanwege een afgenomen omzet. Hoe hoog de schade precies is, moet in een volgende procedure (de ‘schadestaatprocedure’) worden vastgesteld.

Garantstelling

Is de garantstelling daadwerkelijk vernietigd? Volgens de rechtbank niet: de echtgenote – die de administratie van de holding deed en betrokken was bij de onderhandelingen over de aandelenoverdracht – heeft wel degelijk met die garantstelling ingestemd. Dan kan deze niet worden vernietigd. Bovendien was het recht op vernietiging al verjaard toen zij dat inriep. De bestuurder moet betalen, al staat het bedrag nu nog niet vast.

ECLI:NL:RBNHO:2025:579

Bron:Rechtbank Noord-Holland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBNHO:2025:579 C/15/353030 / HA ZA 24-310 | 21-01-2025
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Neem contact met ons op!

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn