Een man wordt bij vonnis veroordeeld tot betaling van een bedrag. Hij laat die betaling na, waardoor een gerechtsdeurwaarder beslag legt op zijn UWV-uitkering en bedragen incasseert. De man wendt zich tot de kantonrechter van de rechtbank Overijssel, omdat hij vindt dat het beslag op zijn UWV-uitkering onrechtmatig is. Zonder succes.
De man heeft het vonnis waarop de beslaglegging is gebaseerd zelf nietig verklaard. Volgens hem ontbreekt een proces-verbaal van de zitting en een juiste ondertekening van het vonnis. Omdat het vonnis is vernietigd, is het door de deurwaarder gelegde beslag volgens de man onrechtmatig. Hij eist bij de kantonrechter schadevergoeding en staking van de incassowerkzaamheden.
Afwijzing
Volgens de deurwaarder, die gedaagde is in deze procedure, moeten de vorderingen van de man worden afgewezen. Het is volgens de deurwaarder niet mogelijk om een vonnis zelf nietig te verklaren. Als de man had willen opkomen tegen het vonnis had hij daartegen beroep moeten instellen of een executiegeschil moeten starten. Dat heeft hij niet gedaan.
Vernietiging
De kantonrechter stelt voorop dat een gerechtelijk vonnis niet buitengerechtelijk kan worden vernietigd. Om een vonnis aan te kunnen tasten, zo stelt de kantonrechter, moet men daartegen in hoger beroep gaan. Dit heeft de man niet gedaan. Hij heeft het vonnis ook niet laten zien aan de kantonrechter. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat er geen hoger beroep meer mogelijk is tegen de uitspraak. Ook is niet gebleken dat de man een executiegeschil is gestart. Het vonnis mag dan ook ten uitvoer worden gelegd.
Ministerieplicht
De kantonrechter benadrukt dat de deurwaarder verplicht is om vonnissen ten uitvoer te leggen als hij daartoe een opdracht krijgt. Dit heet de ministerieplicht. Daar is hier sprake van. De deurwaarder heeft dan ook niet onrechtmatig gehandeld tegenover de man door bedragen bij hem te incasseren via het gelegde beslag, op grond van het vonnis.
Inkomensverlies
Tot slot stelt de man tijdens de zitting dat er maandelijks € 1.200 op zijn UWV-uitkering wordt ingehouden en dat dit een fors inkomensverlies is voor hem. De kantonrechter begrijpt dat het beslag zwaar is, maar stelt dat dit zo is omdat de nog openstaande vordering ook groot is. De deurwaarder heeft daaraan toegevoegd dat bij het incasseren rekening wordt gehouden met de beslagvrije voet en dat het alleen mogelijk is om die aan te passen op grond van door de man aan te leveren informatie over zijn inkomsten. Op basis daarvan wordt volgens vaststaande tabellen berekend wat de beslagvrije voet zou moeten zijn. Dit is hier op de juiste manier gebeurd. Om die reden is er voor de kantonrechter geen reden om hem een schadevergoeding toe te kennen of het beslag te stoppen.