Als in de statuten staat dat de leden van een vereniging van eigenaars ‘per brief’ worden opgeroepen voor een vergadering, betekent dit dat zij dan ook via e-mail kunnen worden uitgenodigd? Daarover boog de Hoge Raad zich onlangs.
Een projectontwikkelaar (een besloten vennootschap) zit in een vereniging van eigenaars en is rechthebbende op zes van de 41 appartementsrechten. Dit zijn geen gewone appartementen maar parkeerplaatsen. In het reglement staat dat de oproeping voor de vergadering van de vereniging van eigenaars wordt verzonden naar de werkelijke gekozen woonplaats van de eigenaars. In de oproeping staan de datum, het tijdstip en de agendapunten. Op een dag krijgen de eigenaars via een e-mail een oproep voor een vergadering. Daar worden bepaalde besluiten genomen waar de projectontwikkelaar het niet mee eens is. Hij was niet bij de vergadering aanwezig omdat deze niet correct was opgeroepen, betoogt hij. Daarom moet het besluit worden vernietigd.
Per brief
De kantonrechter en later het gerechtshof wijzen de vordering van de projectontwikkelaar af. Het reglement schrijft dan wel oproeping per brief voor, maar sluit niet nadrukkelijk uit dat dit ook op elektronische wijze kan geschieden. Verder verliep de communicatie tussen de projectontwikkelaar en de VvE ook altijd per e-mail en daartegen is nooit bezwaar gemaakt. De projectontwikkelaar legt de kwestie voor aan de Hoge Raad. Hij stelt dat elektronische oproeping alleen mogelijk is als de statuten dat expliciet toestaan. Deze statuten waren daar onduidelijk over.
‘Tenzij’
Toch kan de vergadering van eigenaars langs elektronische weg worden bijeengeroepen, oordeelt de Hoge Raad. In het Burgerlijk Wetboek staat dat de bijeenroeping langs elektronische weg kan geschieden, ‘tenzij de statuten anders bepalen’. Volgens de Hoge Raad moet de zinsnede ‘tenzij de statuten anders bepalen’ zo worden uitgelegd dat elektronische oproeping slechts dan niet is toegelaten als die wijze van oproepen in de statuten voldoende duidelijk wordt uitgesloten.
‘Voldoende duidelijk’
Maar wat is ‘voldoende duidelijk’? Daar laat de Hoge Raad zich in dit arrest niet over uit. Uit eerdere rechtszaken is bekend dat als in de statuten staat dat ‘schriftelijk’ of ‘per brief’ wordt uitgenodigd, dat in ieder geval niet ‘voldoende duidelijk’ is, want ook dat kan per e-mail betekenen.