Bij elke rechtshandeling namens een op te richten vennootschap moet kenbaar worden gemaakt dat de handeling wordt verricht namens de vennootschap in oprichting. Gebeurt dat niet, dan is de handelende persoon zelf aan (de gevolgen van) die rechtshandeling gebonden.
Een man heeft verzet ingesteld tegen het vonnis waarin hij in staat van faillissement wordt verklaard. Hij stelt de oproep met het verzoekschrift nooit te hebben ontvangen. Ook betwist hij het vorderingsrecht van de eerste aanvrager in de zaak, een voetbalclub. Volgens hem is het met die club gesloten contract over het gebruik van een business unit in het stadion niet gesloten met hem in persoon of zijn eenmanszaak, maar met zijn besloten vennootschap (bv). Dat de overeenkomst niet met de bv-naam maar met zijn eigen naam is getekend, komt doordat de vennootschap pas op 4 augustus 2022 is opgericht, terwijl de overeenkomst met de club al op 27 juli 2022 is gesloten, aldus de man.
Vorderingsrecht
De rechtbank moet beoordelen of nu, op het moment van beoordeling van het verzet, is gebleken van het vorderingsrecht van de aanvragers van het faillissement en of de man verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen. Een vennootschap in oprichting is geen rechtspersoon, zo stelt de rechtbank voorop. Dit brengt met zich mee dat zij geen rechtshandelingen kan aangaan. Het kan wel zijn dat er – voordat de vennootschap wordt opgericht – al een onderneming is, zoals een eenmanszaak. Ook is denkbaar dat voor de oprichting al sprake is van regelmatige beroepsuitoefening. Maar van inschrijving in het handelsregister is dan (nog) geen sprake.
Bij elke rechtshandeling namens een op te richten vennootschap moet dan kenbaar worden gemaakt dat de handeling wordt verricht namens een op te richten vennootschap. Gebeurt dit niet, dan is de handelend persoon zelf aan (de gevolgen van) die rechtshandeling gebonden.
Vennootschap in oprichting
In deze zaak staat vast dat de man zelf de overeenkomst met de club tekende. Volgens hem had hij daarbij de bedoeling dit contract te sluiten voor de op te richten vennootschap. Nu die vennootschap nog niet bestond toen de overeenkomst werd aangegaan en ondertekend, betreft het een vennootschap in oprichting. Volgens de rechtbank is niet gebleken dat de bv na de oprichting deze rechtshandeling heeft bekrachtigd. Dat het contract door de man is aangegaan namens een op te richten vennootschap is niet kenbaar gemaakt.
Nakomen
Dit betekent dat de man zichzelf heeft gebonden aan de overeenkomst met de voetbalclub, en dus de daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen moet nakomen. Dit maakt dat voldoende is gebleken van het vorderingsrecht van de voetbalclub. De man heeft op de zitting erkend dat hij de vorderingen van de club niet kan betalen. Dit betekent dat hij in de toestand verkeert van te hebben opgehouden te betalen. Het verzet wordt daarom ongegrond verklaard.