Een werkgever wijzigt eenzijdig de pensioenovereenkomst met zijn werknemers. Een ervan klaagt daarover – zeven jaar na de wijziging. Dat is te laat, oordeelt de kantonrechter.
Een werknemer werkt tussen 2002 en 2024 bij een vennootschap. De werkgever heeft de pensioenovereenkomsten met haar werknemers ondergebracht bij een pensioenfonds. In het pensioenreglement staat een eenzijdig wijzigingsbeding: de werkgever kan de pensioenregeling zonder instemming van de deelnemer wijzigen als zij daar ‘zwaarwichtig belang’ bij heeft. Dat gebeurt in 2016: de pensioenovereenkomst was een uitkeringsovereenkomst, het wordt een premieovereenkomst.
Pensioenschade
De werknemer klaagt in 2023 dat de wijziging van de pensioenregeling niet rechtsgeldig is gebeurd, en eist vergoeding van de schade (richting € 100.000) die hij daardoor heeft geleden. Als de werkgever daar niet op in gaat, begint de man een procedure bij de rechtbank Midden-Nederland. Hij vindt dat de vennootschap zich niet als goed werkgever heeft gedragen door eenzijdig en zonder compensatie de pensioenovereenkomst aan te passen, en hem niet te informeren over de gevolgen hiervan. De werkgever stelt dat de werknemer daarover veel te laat klaagt.
Klachtplicht
In het Burgerlijk Wetboek staat dat een schuldeiser geen beroep meer kan doen op een gebrek in de prestatie, als hij niet binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijs had moeten ontdekken, bij de schuldenaar heeft geprotesteerd. Maar de werknemer stelt dat deze klachtplicht hier niet geldt: het gaat niet om een gebrekkig presteren, de werkgever heeft in het geheel niet gepresteerd omdat zij, ondanks herhaalde verzoeken, geen nadere informatie heeft gegeven over de gewijzigde pensioenregeling. De kantonrechter ziet dit anders: het gaat wel over gebrekkig presteren. De werkgever heeft de pensioenovereenkomst wel degelijk uitgevoerd, zij het in gewijzigde vorm. Dit betekent dat de klachtplicht van toepassing is.
Niet binnen bekwame tijd
Door pas in 2023 te klagen over de wijziging van de pensioenovereenkomst, heeft de werknemer niet binnen bekwame tijd nadat hij van de wijziging op de hoogte raakte of had kunnen raken, bij de werkgever geprotesteerd. De gevolgen van de wijziging had hij al in 2016 kunnen weten: de ondernemingsraad gaf advies, er waren informatiebijeenkomsten en de verzekeraar had een informatiebrief gestuurd die de werknemer heeft ontvangen.
Geen compensatie
Klagen na ruim zeven jaar is te laat. Dat de man aan het revalideren was na een zwaar auto-ongeluk en andere zaken aan zijn hoofd had, gaat er bij de kantonrechter niet in. De werknemer heeft volgens de rechter onvoldoende onderbouwd waarom hij in de periode tussen de invoering van de nieuwe pensioenregeling en het auto-ongeluk of snel na zijn herstel niet in staat was te klagen. Omdat hij te laat is, wijst de kantonrechter zijn vordering af: de gewijzigde pensioenregeling blijft in stand en de werknemer wordt niet gecompenseerd.