Een tandheelkundestudent loopt forse vertraging op in zijn studie door persoonlijke omstandigheden en omdat hij al regelmatig in tandartsenpraktijken meedraait. Als eerder behaalde studieresultaten dreigen te vervallen, vraagt hij om verlenging van de geldigheidsduur van al behaalde studiepunten. Krijgt hij zijn zin?
Een student volgt sinds begin 2014 de masteropleiding Tandheelkunde aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Als de examencommissie van de tandheelkundefaculteit ruim acht jaar later laat weten dat behaalde studieresultaten na vier jaar zullen vervallen, vraagt hij het ACTA om de geldigheidsduur van zijn masterresultaten te verlengen.
Vervallen
De examencommissie wijst dit af en bepaalt dat alle studieresultaten van vóór 1 september 2018, waarbij sprake is van verouderde kennis, komen te vervallen. Daardoor zal er een streep gaan door 71 van de 110 studiepunten van de student. Hij stelt administratief beroep in, maar het College van Beroep voor de Examens verklaart dat ongegrond. De student gaat in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Persoonlijke omstandigheden
Volgens de student had de examencommissie rekening moeten houden met zijn persoonlijke omstandigheden. Hij heeft de zorg voor zijn broer op zich genomen, waardoor hij minder aan zijn studie toekwam. Uit een door hem gemaakt studieplan blijkt dat er nu zicht is op afronding van zijn opleiding. Hij werkt bovendien al een paar jaar twee of drie dagen per week bij een aantal tandartspraktijken, onder het toezicht van BIG-geregistreerde tandartsen. Daardoor heeft hij zijn klinische vaardigheden op peil gehouden. De examencommissie had daarom kunnen volstaan met een vervangend tentamen, om te toetsen of hij de vereiste kennis heeft. Tot slot wijst hij op de hardheidsclausule, die de examencommissie volgens hem had moeten toepassen nu hij met de beslissing onevenredig wordt benadeeld. Hij is zo goed als klaar, maar door de beslissing zou hij bijna zijn hele master opnieuw moeten doen.
Waarborgen
Helaas voor hem: de Afdeling oordeelt dat het College terecht stelt dat de examencommissie het verzoek om verlenging van de geldigheidsduur van de studieresultaten mocht afwijzen. Op grond de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek is voor de tandheelkundeopleiding in de onderwijs- en examenregeling een geldigheidsduur van vier jaar vastgelegd voor tentamens waarvan de kennis die is getoetst en onderwezen aantoonbaar is veranderd of vernieuwd. Deze beperking van de geldigheidsduur beoogt te waarborgen dat studenten met een diploma op zak op dat moment beschikken over actuele kennis, inzichten en vaardigheden. Omdat zij na hun master als tandarts individuele gezondheidszorg kunnen gaan leveren aan patiënten, heeft het College veel belang mogen hechten aan de verantwoordelijkheid van de examencommissie bij de afgifte van diploma’s, aldus de Afdeling.
Breder scala
Het College heeft op de zitting toegelicht dat alleen de resultaten vervallen waarvan de kennis ook echt aantoonbaar is verouderd. Volgens de Afdeling is daarbij goed gemotiveerd waarom die kennis is verouderd. Een aanvullend of vervangend tentamen ziet de Afdeling door de hoeveelheid resultaten die met de beslissing komen te vervallen niet als optie. Dat de student in verschillende tandartspraktijken werkte, waar hij zoals hij zelf stelt veel meer vullingen plaatste dan zijn opleiding vereist, maakt dit niet anders. Daarop was vanuit de opleiding namelijk geen toezicht. Bovendien omvat het curriculum van de opleiding een veel breder scala aan vaardigheden dan die de student in deze praktijken heeft kunnen toepassen.
Geen onevenredige benadeling
Slaagt het beroep op de hardheidsclausule wel? Ook dat niet. Met het College constateert de Afdeling dat de student verschillende keuzes heeft gemaakt die voor vertraging hebben gezorgd. Hoewel de Afdeling zich kan voorstellen dat hij zich – ook met ouders die al op leeftijd zijn – genoodzaakt zag de zorg voor zijn broer op zich te nemen, zorgden ook andere keuzes ervoor dat hij fors langer studeert dan de drie jaar die voor de masteropleiding staat. Dat er een streep gaat door de meeste tot nu toe behaalde studiepunten maakt niet dat sprake is van onevenredige benadeling, aldus de Afdeling. Het maatschappelijke belang dat het diploma garant staat voor up to date kennis, inzichten en vaardigheden mocht het College zwaarder laten wegen. Er mocht dan ook worden geconcludeerd dat de hardheidsclausule niet hoefde te worden toegepast. De geldigheidsduur van de behaalde studiepunten wordt niet verlengd, de student wordt teruggezet naar het eerste masterjaar.