Martijn Bugter houdt van aanpakken en is altijd bezig. Naast school en studie zijn werken en sporten voor hem een vanzelfsprekendheid. Typerend is de weg die hij volgde om advocaat te worden, hij is een doorzetter. Hij was vijf jaar deeltijd militair. Dat deed hij als bijbaan, naast zijn studie rechten. Ondanks zijn martiale achtergrond maak je hem niet snel kwaad.
Interview door Berry Kessels
Martijn Bugter heeft geen doorsnee advocatenachtergrond. De meeste advocaten hebben een weg zonder al te veel hindernissen afgelegd van atheneum of gymnasium naar de universiteit. Martijn Bugter niet. Zijn voorland is bijzonder en indrukwekkend. Ooit begonnen op het vmbo, raakte hij via havo en hbo op de universiteit, behaalde zijn master en is nu advocaat-stagiair.
‘Op zeker moment heb ik geleerd om te leren en toen was ik niet meer te stoppen’,
Doorzetter
Hij is op het vmbo begonnen. ‘Ik wist niet wat ik wilde. Toen uit een beroepentest bleek dat rechten iets voor mij was, ben ik havo gaan doen en rechten gaan studeren op het hbo. Dat vond ik zo interessant dat ik na het eerste jaar ben overgestapt naar de universiteit.’
Hij heeft geen moment spijt gehad van zijn keuze. Rechten past bij hem. ‘Het is een vorm van puzzelen, met ruimte voor eigen creativiteit. Dat spreekt me aan. Je doet onderzoek op basis waarvan je de zaak analyseert, interpreteert en er een passende oplossing voor zoekt.’ Schrijven gaat hem gemakkelijk af en dat is van belang bij een kantoor dat houdt van heldere, compacte adviezen voor zijn klanten.
‘Het werk was allesbehalve saai: veel sport, schiettrainingen, bivakkeren.’
Deeltijd-militair naast studeren
Waar een ander tijdens zijn studie vakken gaat vullen in de supermarkt of glazen spoelen in de horeca, koos Martijn Bugter voor het leger. Vijf jaar was hij deeltijd-militair. Na een basisopleiding stroomde hij als soldaat in. Enkele keren per maand moest hij oefenen, in het weekend of op een doordeweekse avond. Naast training was er ook inzet. In de Rotterdamse haven bijvoorbeeld controleerde hij vrachtwagens op vluchtelingen.
‘Je doet iets anders dan de meeste mensen’, zegt Martijn Bugter. ‘Het betaalt ook nog eens beter dan bijvoorbeeld de horeca. Ik vond het leger heel interessant. Defensie en advocatuur zit in de familie. Het werk bij Defensie was allesbehalve saai: veel sport, schiettrainingen, bivakkeren.’
In 2019 toen hij al rechten studeerde, stopte hij bij het leger en stapte over naar de rechtbank als administratief medewerker. ‘ik werkte op de griffie en werd voornamelijk ingezet tijdens zittingen.’
‘Je leert incasseren. Als je een tik krijgt, ben je wel even verward. Maar je wordt er sterker van als je daarmee kan dealen.’
Sporten
Hij is altijd bezig. Toen hij amper zeventien was, werkte hij in een verpleegtehuis als zorgassistent voor ouderen. ‘Ik hou van het contact met mensen.’ Dat hoeft niet altijd zachtzinnig. Sportief zocht hij de uitdaging op en was niet bang om klappen op te lopen. Naast voetbal, duiken en krachtsport, deed hij ook aan kickboksen. ‘Je leert incasseren. Als je een tik krijgt, ben je wel even verward. Maar je wordt er sterker van als je daarmee kan dealen.’ Winnen wilde hij altijd. ‘Ik hou van competitie.’ Ook in de pleitverenigingen waarin juristen in opleiding het tegen elkaar opnemen om op elkaar hun spreekvaardigheid en argumentatie te toetsen. ‘Mijn studieverenigingsleden en ik wonnen regelmatig’, zegt hij vergenoegd.
Van rechtbank naar advocatuur
Bij de rechtbank ging het prima en wellicht had het voor de hand gelegen om daar zijn vervolgopleiding te doen. Om griffier te worden bijvoorbeeld. Maar dat sprak hem niet aan. ‘Het was leuk om doorwrochte juridische stukken te schrijven, maar ik vond het vervelend om alleen maar contact met collega’s te hebben. Ik ga graag met mensen om en heb een groot sociaal netwerk.’
Hij stuurde een brief naar De Kempenaer. ‘Een open sollicitatie. Ik wil de advocatuur in. De Kempenaer is in de buurt. Maar veel belangrijker: van de rechters hoorde ik dat het een goed kantoor is. Tijdens het gesprek was er meteen een klik. Ik kon ook bij een ander kantoor terecht, maar dat was geen optie voor mij.’
Zijn patroon is Guido Roest, de jongste partner van De Kempenaer. Hij begeleidt hem tijdens de drie jaar die de opleiding tot advocaat duurt. Martijn Bugter is opgeleid in burgerlijk recht en gaat zich voornamelijk specialiseren in faillissementsrecht. Uiteindelijk zal hij gaan opereren als curator die, benoemd door de rechtbank, de regie voert over de afwikkeling van een failliet bedrijf. ‘Ik zit niet vastgeroest op één specialisatie, maar uiteindelijk moet je een keuze maken. Ik vind dit een heel interessant rechtsgebied.’
Ondanks zijn martiale achtergrond maak je hem niet snel kwaad. ‘Ik word boos als ik mijn eigen zaken niet op orde heb. Ik werk hard, heb een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Kritiek vat ik snel persoonlijk op. Ik vind pas dat ik iets goed gedaan heb als mijn patroon en de anderen dat erkennen.’
