Inhoudsopgave

Staking door verkeersleiding: vervoerder hoeft passagiers geen compensatie te betalen

Als de vlucht van vijf reizigers meer dan drie uur vertraging oploopt, eisen ze compensatie van de vervoerder. Het vijftal ziet in dat buitengewone omstandigheden, namelijk een staking door de verkeersleiding, voor de vertraging zorgde, maar vindt dat de vervoerder niet alle redelijke maatregelen heeft genomen om die vertraging te voorkomen of beperken. De kantonrechter oordeelt van wel.

Vijf passagiers sluiten een vervoersovereenkomst met een luchtvaartmaatschappij, op grond waarvan deze hen van Rotterdam The Hague Airport naar Costa Brava Airport Girona in Italië moet brengen. Als hun vlucht ruim drie uur vertraging oploopt, eist het bedrijf waaraan de vijf reizigers hun vorderingsrecht hebben overgedragen, namens hen compensatie. De vervoerder weigert te betalen, waarna het bedrijf namens het vijftal naar de kantonrechter (rechtbank Noord-Holland) stapt. De eis: betaling van € 1.250, plus wettelijke rente, proceskosten en nakosten.

Europese verordening

Aan hun eis leggen de vijf reizigers een Europese verordening ten grondslag die ziet op compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annulering of langdurige vertraging van vluchten. Deze regeling brengt volgens hen met zich mee dat de vervoerder door de vertraging een compensatie moet betalen van € 250 per passagier.

Anticiperen

Het vijftal ziet ook in dat de vertraging komt door buitengewone omstandigheden, namelijk een staking door de verkeersleiding, en daarom gaat de kantonrechter daarvan uit. De vraag die moet worden beantwoord is of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te voorkomen of te beperken. De kantonrechter oordeelt van wel. De vervoerder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het niet mogelijk was om op de vertraging te anticiperen. Bij een staking door de luchtverkeersleiding is immers niet te voorspellen welke vluchten de dupe worden. De zogenoemde slotberichten (de tijdsperiode waarbinnen een vliegtuig mag opstijgen of landen) worden bovendien afgegeven aan vluchtnummers, en niet aan specifieke toestellen. Ook een reservetoestel zou daarom met dezelfde beperkingen te maken hebben gekregen, aldus de kantonrechter. Nu de vervoerder de vlucht zo snel mogelijk heeft uitgevoerd zodra dat alsnog kon (namelijk toen de luchtverkeersleiding dit toeliet), heeft hij alle redelijke maatregelen genomen om verdere vertraging te voorkomen.

Geen compensatie

De vijf passagiers krijgen dan ook geen geld terug. Ze moeten daarentegen zelf in de buidel tasten: de proceskosten komen voor hun rekening, nu ze ongelijk hebben gekregen. Ze moeten € 408 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder betalen en daarnaast ook de nakosten (ruim € 100).

ECLI:NL:RBNHO:2024:7316

Bron:Rechtbank Noord-Holland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBNHO:2024:7316 | 05-08-2024
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Neem contact met ons op!

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn