Inhoudsopgave

Schade aan landbouwgrond zelf beperken, anders geen vergoeding

Wie schade ondervindt aan landbouwgewassen, veroorzaakt door dieren, kan een tegemoetkoming krijgen. Maar dan moeten wel alle regels worden gevolgd.

Een vrouw heeft twee grote percelen grond, gelegen tussen een natuurgebied (met veel recreatie), een dorp en campings. Zij teelt op haar percelen graszaad en Engelse raai. Omdat grauwe ganzen schade toebrengen aan het gras, vraagt zij aan het college van burgemeester en wethouders een tegemoetkoming op grond van de Wet natuurbescherming. Een taxatiebureau stelt vast dat de schade € 6.286 bedraagt, en dat die volledig is veroorzaakt door de ganzen.

Ontheffing

Maar een vergoeding krijgt de vrouw niet. Volgens het college heeft zij geen adequaat gebruikgemaakt van de ontheffing voor het doden van schadeveroorzakende dieren in de schadeperiode (die zeven weken duurde), terwijl het wel mogelijk was om te jagen. Volgens de rechtbank heeft zij onvoldoende gedaan om de schade te beperken.

Faunaregistratiesysteem

Daar is de vrouw het niet mee eens. Ze had een jager ingeschakeld, stelt zij, maar omdat er in het digitale faunaregistratiesysteem (FRS) van de provinciale Faunabeheereenheid een storing was, kon zij die gegevens niet invullen. Dat was wel verplicht. De rechtbank gelooft niet dat er een storing was, en ook niet dat er vijf ganzen zouden zijn afgeschoten: die verklaring is pas anderhalf jaar na dato ingediend en wordt niet ondersteund met bewijs. De vrouw legt de kwestie voor aan de hoogste bestuursrechter, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Beleidsregels

In de Beleidsregels natuurbescherming van de provincie staat dat een tegemoetkoming alleen wordt verleend als de aanvrager de schade niet had kunnen voorkomen of deze had kunnen beperken door het treffen van ‘redelijke en billijke’ maatregelen of inspanningen. Van de ontheffing om ganzen af te schieten moet ‘adequaat’ gebruik worden gemaakt: minimaal twee keer per week moet afschot plaatsvinden of moeten pogingen daartoe worden gedaan. De aanvrager van de tegemoetkoming moet een rapportage van een jachthouder overleggen.

Bejaagactie

Deze vrouw, stelt de Afdeling, heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij adequaat gebruik heeft gemaakt van die ontheffing. Ze kan wel beweren dat schieten lastig is – vanwege de recreanten die er wandelen en fietsen – maar dat is niet eens zo relevant. Het enkel aanwezig zijn van de jager op het perceel is voldoende om als bejaagactie te gelden. De jager moet zelf inschatten of hij daadwerkelijk afschot pleegt. De ligging van het perceel staat dus niet in de weg aan het nemen van schadebeperkende maatregelen.

Geen tegemoetkoming

De jager moet iedere bejaagactie in het FRS registeren, en de gestelde bejaagacties staan daar niet in. Dan is het onduidelijk of die acties daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Ook de Afdeling gelooft de storing niet – dan had de vrouw maar contact moeten opnemen met de Faunabeheereenheid. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de vrouw niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij voldoende heeft gedaan om de schade te beperken. Zij krijgt geen tegemoetkoming in de schade.

ECLI:NL:RVS:2024:4996

Bron:Raad van State | jurisprudentie | ECLI:NL:RVS:2024:4996 | 03-12-2024
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Bel 026 – 35 22 888 of stuur een bericht.

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn