Onder andere bij franchise komt het in de praktijk vaak voor dat de franchisenemer ook andere overeenkomsten moet sluiten naast de franchiseovereenkomst. Die overeenkomsten worden veelal gesloten met andere partijen, zoals een huurovereenkomst, leaseovereenkomst voor apparatuur en leveringsovereenkomsten voor goederen.
Maar betekent een wanprestatie in de franchiseovereenkomst ook een wanprestatie in die andere overeenkomst? Dat is niet altijd het geval, hetgeen een recente rechtszaak (uitspraak) liet zien.
Casus
Een franchisegever verplicht haar franchisenemers om apparatuur aan te schaffen of te leasen. Die apparatuur is een vast onderdeel van de franchiseformule.
Degene die wil leasen gaat daarvoor een leaseovereenkomst aan met een leasemaatschappij. De franchisenemer ontvangt daarvoor van de franchisegever een maandelijkse vergoeding. De franchisenemer dient het leasebedrag maandelijks aan de leasemaatschappij te betalen.
Als de franchisegever op een gegeven moment de maandelijkse vergoeding niet langer betaalt omdat er onenigheid is tussen de franchisegever en franchisenemer, wil de franchisenemer de leasebedragen richting de leasemaatschappij opschorten. De leasemaatschappij maakt daartegen bezwaar en laat weten niets te maken te hebben met de nalatigheid van de franchisegever.
Oordeel rechter
De vraag die de rechter dient te beantwoorden is of het niet betalen door de franchisegever van de maandelijkse vergoeding rechtvaardigt dat de franchisenemer het maandelijkse leasebedrag niet aan de leasemaatschappij hoeft te betalen. Die vraag dient bevestigend te worden beantwoord, wanneer er een zodanige samenhang bestaat tussen de franchiseovereenkomst en de leaseovereenkomst dat beide overeenkomsten niet los van elkaar kunnen worden gezien.
De rechter stelde vast dat in beide overeenkomsten niets was opgenomen om samenhang te kunnen aannemen. De rechter oordeelde vervolgens dat er onvoldoende samenhang is tussen de beide overeenkomsten omdat (a) de leasemaatschappij op geen enkele wijze betrokken was bij de franchiseformule en (b) er geen sprake was van schijn van betrokkenheid. Dat de leasemaatschappij een vaste zakelijke relatie had met de leverancier van de apparatuur en de leverancier een vaste zakelijke relatie met de franchisegever maakte het oordeel niet anders. De franchisenemer mocht de maandelijkse betalingen aan de leasemaatschappij niet opschorten. Door dat toch te doen pleegde de franchisenemer wanprestatie.
Tips voor franchisenemers
- Dien je als franchisenemer naast de franchiseovereenkomst een aanvullende overeenkomst met een andere partij te sluiten, zorg er dan voor dat in ieder geval in die aanvullende overeenkomst is opgenomen dat die samenhangt met de franchiseovereenkomst. In dat geval heeft bijvoorbeeld het einde van de franchiseovereenkomst ook het einde van de leaseovereenkomst tot gevolg.
- Accepteert de andere partij van de aanvullende overeenkomst geen contractuele maatregelen om voldoende samenhang vast te stellen, zorg er dan voor dat je voorafgaand aan het sluiten van de aanvullende overeenkomst schriftelijk (het liefst per e-mail) aan de andere partij kenbaar maakt dat (a) jij de aanvullende overeenkomst alleen sluit omdat jij een franchiseovereenkomst bent aangegaan en (b) jij ervan uitgaat dat er samenhang bestaat tussen beide overeenkomsten.
De tips gelden niet alleen voor franchisenemers, maar ook voor andere partijen die naast een overeenkomst met een partij ook een aanvullende overeenkomst met een andere partij moeten sluiten.
Advies
Bij twijfel over zorgen voor voldoende samenhang, neemt u dan gerust contact met mij op voor advies via telefoonnummer 026 – 35 22 824 of per mail j.de.wrede@dekempenaer.nl.