Inhoudsopgave

Rechter moet beoordelen: wie is de eigenaar van een kat?

Van wie is de kat? Die vraag moest de voorzieningenrechter (rechtbank Rotterdam) beantwoorden. De een heeft de kat in bezit, de ander claimt de eigenaar te zijn.

Een man en een vrouw vechten om een kat. Het dier verblijft sinds de aanschaf bij de man, maar op het garantiecertificaat van de fokker van de kat staat de vrouw vermeld als koper. Zij heeft dit certificaat – samen met de fokker – ondertekend. De vrouw kan ook met een bankafschrift aantonen dat zij voor de kat heeft betaald (€ 1.000).

In opdracht

Waarom vindt de man dan dat hij de eigenaar van de kat is? Hij stelt dat de vrouw in zijn opdracht de kat heeft gekocht en dat was afgesproken dat hij het aankoopbedrag in termijnen aan de vrouw zou terugbetalen. Dit weet hij echter niet met bijvoorbeeld WhatsAppjes of e-mails te onderbouwen. Dat de man beschikt over de papieren van de kat en dat de kat sinds de aankoop bij hem verblijft, maakt hem nog niet de eigenaar. Het conflict is ontstaan toen hij en de vrouw wilden gaan samenwonen – wat niet doorging – en de kat daarop vooruitlopend bij de man kon verblijven, om hem en zijn andere kat gezelschap te houden.

Bezitter

De voorzieningenrechter vindt het voldoende aannemelijk dat de vrouw de eigenaar van de kat is. Daarom moet de man het dier aan haar afgeven. De man is slechts ‘bezitter’ en dat biedt geen bescherming tegen de door de vrouw als eigenaar gevorderde afgifte. Dat de kat inmiddels een band heeft opgebouwd met de man en zijn andere kat, biedt die bescherming ook niet.

Spoedeisend belang

De vrouw heeft een spoedeisend belang bij de afgifte: hoe langer de kat bij de man blijft, des te sterker wordt de band tussen hem, het dier en de andere kat. De vrouw wil dat de kat wordt overgedragen daags na dit vonnis, maar daar maakt de rechter een week van. Hoewel de vrouw niet heeft gevorderd dat de man ook de papieren van de kat aan haar moet afgeven, ligt het voor de hand dat hij dit – om een volgende procedure te voorkomen – gelijktijdig met de afgifte doet.

Dwangsom

Nu de man al enige tijd heeft geweigerd de kat af te staan, acht de voorzieningenrechter het noodzakelijk om als stok achter de deur een dwangsom op te leggen – de vrouw had dat ook gevorderd. De dwangsom wordt gesteld op € 100 per dag dat de man in gebreke blijft, met een maximum van € 2.500.

Geen wettelijke grondslag

De man wil vervolgens dat de vrouw ook zijn eigen kat overneemt, zodat de dieren niet van elkaar worden gescheiden. De voorzieningenrechter waardeert het dat de man zich het welzijn van zijn kat aantrekt, maar daarvoor bestaat geen enkele wettelijke grondslag. Die kat blijft dus bij de man. Omdat hij deze procedure heeft verloren, moet hij de proceskosten betalen: € 1.349, waaronder de kosten van de advocaat van de vrouw (€ 715).

ECLI:NL:RBROT:2024:12890

Bron:Rechtbank Rotterdam | jurisprudentie | ECLI:NL:RBROT:2024:12890 C/10/689570 / KG ZA 24-1095 | 15-12-2024
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Neem contact met ons op!

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn