Een stel dat uit elkaar is, wil de gezamenlijke woning verkopen. Hoewel daarover duidelijke afspraken vastliggen, wil de man een andere route bewandelen. Maar de voorzieningenrechter fluit hem terug.
Een stel is gezamenlijk eigenaar van een woning. De vrouw eist in kort geding dat de man meewerkt aan de verkoop ervan. Hierover sluiten zij een vaststellingsovereenkomst: de woning wordt toebedeeld aan de man, als hij tenminste binnen twee maanden aantoont dat hij in staat is de vrouw te ontslaan uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypotheekschulden. Lukt hem dat niet, dan wordt het huis via een makelaar verkocht, die de vraagprijs bindend zal vaststellen.
Bod van neef
Dat laatste gebeurt. De makelaar stelt de prijs vast op € 360.000, een neef van de vrouw biedt dat bedrag en de vrouw accepteert dit. De man reageert niet op dit bod. Vervolgens vraagt de vrouw de voorzieningenrechter (rechtbank Noord-Holland) vervangende toestemming te verlenen voor de verkoop. De man stelt het bod te laag te vinden: via Funda moet het huis meer kunnen opleveren.
Vaststellingsovereenkomst
Heeft de man het recht terug te komen op de vaststellingsovereenkomst? Zelf vindt hij van wel: de makelaar heeft zich onvoldoende ingespannen om de maximaal haalbare verkoopprijs te realiseren. Maar volgens de voorzieningenrechter heeft de man ten onrechte het bod niet aanvaard. De vrouw probeert al geruime tijd vruchteloos om medewerking van de man te krijgen om de woning te verkopen. Zij heeft daarvoor zelfs een kort geding moeten aanspannen. In de vaststellingsovereenkomst heeft zij de man een termijn van twee maanden gegeven om hem de mogelijkheid te bieden zich de woning toe te delen. Pas op de zitting maakt hij bezwaar tegen het gevolgde verkooptraject.
Recht verwerkt
De voorzieningenrechter stelt vast dat beiden zijn overeengekomen dat de makelaar de prijs van het huis bindend vaststelt. De verkoopopdracht houdt niet de verplichting in voor de makelaar om de woning aan te bieden via Funda, buiten de markt om kon dus ook. De verkoopstrategie van de makelaar is succesvol geweest. Eerder vond de man – in het kader van toedeling van de woning aan hem – € 346.000 een marktconforme prijs. Zeker nu hij instemde met een bindende vaststelling van de prijs door de makelaar en heeft aangegeven genoegen te nemen met een verkoopopbrengst van € 355.000, heeft hij zijn recht verwerkt om alsnog tegen die verkoopprijs bezwaar te maken met als argument dat de makelaar zijn werk niet goed heeft gedaan. Hij onderbouwt ook niet dat het huis via Funda meer dan € 360.000 zou opbrengen.
Vervangende toestemming
De voorzieningenrechter verleent de vrouw vervangende toestemming voor de verkoop en levering van de woning tegen de vastgestelde prijs aan de neef, of tegen een hogere prijs als de verkoop aan de neef niet doorgaat.