Als de huurder het er niet mee eens is dat de verhuurder de verlenging heeft geweigerd, is het aan de huurder om een procedure op te starten. Alleen als de verhuurder weigert op grond van een reden die niet in de wet genoemd is, moet de verhuurder de procedure starten.
De wetgever heeft gekozen voor een laagdrempelige procesgang, een verzoekschriftprocedure bij de kantonrechter in de plaats waar de woning gelegen is. Omdat het gaat om een procedure bij de kantonrechter, zijn partijen niet verplicht om zich te laten bijstaan door een advocaat. Het inschakelen van een advocaat is echter wel raadzaam, niet in de laatste plaats omdat tegen een beslissing van de kantonrechter geen hoger beroep open staat (zie meer uitgebreid hieronder).
Schriftelijk
De rechtbanken behandelen urgente zaken, ondanks de maatregelen. Procedures op basis van de spoedwet worden in het algemeen als urgent gezien. De rechtbank stuurt het verzoekschrift door aan de wederpartij van de indiener – meestal de verhuurder. Die kan tegen het verzoekschrift in verweer gaan en een verweerschrift indienen.
De verdere behandeling kan schriftelijk verlopen: beide partijen mogen dan nog eens schriftelijk reageren. De zaak kan ook worden afgedaan met een zitting via een telefonische (beeld)verbinding. Er vindt in beginsel geen mondelinge behandeling plaats met fysieke aanwezigheid van partijen.
Geen hoger beroep
Er kan in beginsel geen hoger beroep of beroep in cassatie worden ingesteld tegen de beslissing (beschikking) van de kantonrechter. In bijzondere omstandigheden is hoger beroep soms toch mogelijk.
Onze sectie Huurrecht kan u bijstaan in deze procedure. Meer weten over ons Spoedwet-spoedpakket of vrijblijvend van gedachten wisselen over uw situatie? Bel gerust met een van onze advocaten op de sectie Huurrecht: 026–352 28 24 of mail: huurrecht@dekempenaer.nl.
Meer lezen over de spoedwet?
Lees onze blogreeks.