Een werknemer komt regelmatig te laat. Als hij ook nog eens het rookverbod overtreedt, wordt hij op staande voet ontslagen. Dat was onterecht, vinden de kantonrechter en het gerechtshof.
Een werknemer krijgt een officiële waarschuwing, omdat hij meerdere keren te laat op het werk komt. Maar ook daarna is hij niet steeds op tijd. Ook rookt hij wel eens in werktijd, wat in strijd is met het rookverbod buiten schafttijden. Maar die regel scherpt het bedrijf aan: voor het hele bedrijfsterrein geldt een rookverbod. Roken mag alleen voor of na werktijd en tijdens de bedrijfspauzes, en dan alleen buiten het bedrijfsterrein.
Eerdere waarschuwingen
Als deze medewerker eens van de productie wegloopt (en een productiemedewerker alleen achterlaat) om op het bedrijfsterrein te gaan roken, zelfs bij een locatie waar brandbare stoffen zijn opgeslagen, wordt de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd. Niet alleen vanwege dit incident, maar ook vanwege eerdere waarschuwingen wordt hij op staande voet ontslagen. Volgens de werknemer is de arbeidsovereenkomst in strijd met de regels opgezegd. Daarom wil hij een schadevergoeding van € 16.924, een transitievergoeding van € 21.303 en een billijke vergoeding van € 124.799.
Verwijtbaar
Volgens de kantonrechter heeft de werknemer door het overtreden van het rookverbod verwijtbaar gehandeld. Maar dit was niet zodanig verwijtbaar dat dit een dringende reden opleverde voor ontslag op staande voet. Dat is dan ook onterecht gegeven. De werkgever moet de werknemer de gevraagde schadevergoeding betalen, en een billijke vergoeding. De kantonrechter stelt die gelijk aan zijn maandsalaris, € 3.760. Tegen dit vonnis tekent de werkgever hoger beroep aan bij het gerechtshof Amsterdam.
Geen dringende reden
Daar betoogt de werkgever dat de werknemer een leidinggevende functie heeft en van hem mag worden verwacht dat hij de voorschriften opvolgt en het goede voorbeeld geeft. Hij kende na een dienstverband van 16 jaar de veiligheidsvoorschriften. Die zijn overschreden, constateert het hof, evenals het rookverbod – wat verwijtbaar is. Maar ook het hof vindt dit geen dringende reden voor ontslag op staande voet. Het is niet zeker of de man eerder een veiligheidsvoorschrift heeft overtreden. Ook heeft de werkgever geen duidelijke schriftelijke regeling met alle veiligheidsvoorschriften en de consequenties wanneer deze niet worden nageleefd. Dat alles had de werkgever duidelijk met het personeel moeten communiceren. En deze werknemer was maar één keer eerder aangesproken op zijn rookgedrag, nog vóór de aanscherping van het rookbeleid.
Transitievergoeding
Nu er geen sprake was van een dringende reden voor een ontslag op staande voet, is de opzegging van de arbeidsovereenkomst in strijd met de wettelijke regels. De werkgever moet een transitievergoeding en een billijke vergoeding betalen. De hoogte daarvan is afhankelijk van de verwachte ‘levensduur’ van de arbeidsovereenkomst als de man niet was ontslagen. De werknemer heeft inkomensschade geleden, maar niet meer dan één maandsalaris. Dat moet zijn voormalige baas hem nog betalen.