Een vrouw wordt aangemaand tot betaling van een jeanslegging die zij zou hebben gekocht bij een webwinkel. De vrouw wil niet betalen. De kantonrechter van de rechtbank Overijssel wordt gevraagd naar de zaak te kijken.
Bij de aanschaf van de jeanslegging zou de vrouw hebben gekozen voor de optie ‘achteraf betalen’. Als voor die optie wordt gekozen, draagt de webwinkel de geldvordering standaard over op een incassobureau. Dat is ook hier gebeurd. Het incassobureau vordert voor de jeanslegging een bedrag van € 34,95 van de vrouw. De vrouw wil dit bedrag niet betalen. Volgens haar heeft zij nooit een bestelling geplaatst en heeft zij ook niets ontvangen.
Bestelling
Om te laten zien dat de vrouw wel degelijk een bestelling heeft geplaatst, heeft het incassobureau een bestelbevestiging en een factuur laten zien. Die zijn op naam van de vrouw gesteld. Ook zijn haar adresgegevens en e-mailadres daarin vermeld. Volgens de vrouw is echter sprake van fraude. Het incassobureau slaagt er niet in om aan te tonen dat het daadwerkelijk de vrouw is geweest die de bestelling heeft geplaatst. Om die reden is de kantonrechter er niet van overtuigd dat de vrouw de bestelling bij de webwinkel heeft geplaatst.
Uitzondering
De vrouw zegt ook dat ze de jeanslegging nooit heeft ontvangen. Normaal gesproken is het dan aan de consument om te bewijzen dat deze een bestelling niet heeft ontvangen: wie stelt moet bewijzen. Deze regel gaat hier niet op, omdat het consumentenrecht een uitzondering kent. Op grond van het Burgerlijk Wetboek gaat bij bezorging van zaken het risico over op de consument op het moment dat de consument de zaak heeft ontvangen. Met ‘ontvangen’ wordt bedoeld dat de consument daadwerkelijk de zaak in handen heeft gekregen. De verkoper is dus verantwoordelijk voor het pakket tot de feitelijke aflevering aan de consument.
Ontvangst
Het incassobureau moet daarom in deze zaak bewijzen dat de vrouw de bestelling heeft ontvangen. Dat lukt niet. Het blijkt voor de kantonrechter nergens uit dat de bestelling is geleverd op het woonadres van de vrouw. Het incassobureau heeft geen stukken overgelegd om dit te onderbouwen. Op basis van de wet hoeft de vrouw de koopsom pas te betalen tijdens de aflevering. Nu niet is bewezen dat de jeanslegging is afgeleverd, hoeft de vrouw dus ook niets te betalen.
