De bestuurder van een vennootschap is wettelijk verplicht om na een faillissement de administratie aan de curator te verstrekken. Gebeurt dat niet, dan is dat een misdrijf waarop een gevangenisstraf staat. Dat merkte deze bestuurder.
Een administratie- en payrollkantoor wordt failliet verklaard. De curator vraagt daarna de administratie op, maar krijgt die niet van de (enige) bestuurder. Het gaat om de jaarcijfers, aangiften inkomsten-, omzet-, loon- en vennootschapsbelasting over meerdere jaren, kopieën van bankafschriften en lease- en huurcontracten en andere overeenkomsten. Het is een wettelijke plicht dat de bestuurder van een failliete vennootschap de boekhouding overhandigt aan de curator en hem ook andere inlichtingen verstrekt.
Strafrechtelijk onderzoek
Eerder al deed de Belastingdienst bij dit bedrijf een boekenonderzoek en zij kreeg toen ook niet de gevraagde jaarrekeningen. Vervolgens stelde de Belastingdienst/FIOD een strafrechtelijk onderzoek in. Uiteindelijk moet de bestuurder zich verantwoorden voor de strafrechter.
Aandelenoverdracht
Volgens de bestuurder was sprake van een aandelenoverdracht (hij was ook de enige aandeelhouder). Samen met de aandelen zouden de boeken zijn overgegaan, evenals de inlogcodes voor de digitale administratie. De strafrechter gelooft dit verhaal niet, en ook niet dat de man – zoals hij beweert – geen akte van de aandelenoverdracht zou hebben ontvangen en niet wist welke notaris dit had geregeld. Volgens de rechtbank heeft er geen rechtsgeldige aandelenoverdracht plaatsgevonden. De rechtbank acht bewezen dat de bestuurder, tijdens het faillissement, de administratie niet aan de curator heeft verstrekt en ook andere inlichtingen niet heeft gegeven. De officier van justitie eist een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, met een proeftijd van drie jaar, en een taakstraf van 180 uur.
Faillissementsfraude
De rechtbank spreekt van faillissementsfraude. Dit tast het vertrouwen tussen ondernemers onderling aan, terwijl dat vertrouwen essentieel is voor een goed functionerend handelsverkeer. De bestuurder heeft het voor de curator onmogelijk gemaakt om het faillissement op een juiste wijze af te wikkelen, wat extra kosten met zich brengt voor de boedel en schadelijk is voor het vertrouwen in een correcte werking van het rechtssysteem bij insolventie. Bovendien kunnen de schuldeisers in het faillissement zo ernstig in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld. Die schuld bedroeg € 1.774.072, waarvan € 1.588.788 bij de Belastingdienst.
Gevangenisstraf
De bestuurder wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van drie jaar. Hij mag zich in die drie jaar niet schuldig maken aan een strafbaar feit. Daarnaast wordt hij veroordeeld tot een taakstraf (het verrichten van onbetaalde arbeid) voor 180 uur. Doet hij dat niet naar behoren, dan wordt een vervangende hechtenis toegepast voor 90 dagen.