Een man krijgt een last onder dwangsom, omdat hij tegen de regels in zijn loods laat bewonen. De last wordt ingevorderd. De loodseigenaar is het daar niet mee eens; hij vindt de last onvoldoende duidelijk. De dwangsom vindt hij bovendien te hoog en de invordering had niet mogen plaatsvinden. De rechtbank Noord-Holland bepaalt dat de invordering inderdaad niet zorgvuldig was. De man hoeft niets te betalen.
De man had zijn loods tegen de regels in laten bewonen. Het college van burgemeester & wethouders gelast hem in 2021 deze bewoning te staken en alle voorzieningen voor bewoning weg te halen, op straffe van een dwangsom. Het college besluit tot invordering van een last van ruim € 25.000, omdat de loodseigenaar daaraan niet op tijd gehoor geeft. In de twee jaren erop wordt de last steeds wat aangepast; uiteindelijk mag de man de wc, douche en kitchenette in de loods behouden.
Bestemmingsplan
Volgens de man is de uiteindelijke, gewijzigde last onvoldoende duidelijk omschreven. Hij vindt dat niet helder is hoe hij de keuken mag behouden. Ook is volgens hem niet duidelijk wat er in de keuken wel of niet mag qua maaltijdbereiding. In de last staat dat een ‘kitchenette’ niet wordt beschouwd als een keuken en niet verwijderd hoeft te worden. Daarbij wordt verwezen naar het bestemmingsplan, waarin een ‘kitchenette’ is gedefinieerd als ‘een voorziening die bestaat uit een opstelplaats voor een aanrecht met een vloeroppervlakte tot maximaal 1,5 m x 0,6 meter ten behoeve van een koffiezetapparaat, een waterkoker en een tafelmodel koelkast’. Ook is in het bestemmingsplan vermeld dat een ‘kitchenette’ niet is bestemd voor het bereiden van complete maaltijden.
Voldoende duidelijk
De rechtbank volgt de man niet in zijn klacht. Volgens de rechtbank is met de verwijzing naar het bestemmingsplan voldoende duidelijk hoe groot de keuken mag zijn en welke apparatuur erin mag staan. Door het benoemen van de apparatuur is duidelijk genoeg welke maaltijdbereidingen wel en niet zijn toegestaan.
Stimulans
De dwangsom die de loodseigenaar opgelegd kreeg bedraagt ruim € 25.000. Veel te hoog, vindt hij, nu hij met de bewoning in 2021 direct is gestaakt. Het college heeft met de dwangsom een stimulans willen geven om de overtreding ongedaan te maken en het verhuurvoordeel te compenseren dat de man door de overtreding had. De rechtbank ziet de onevenredigheid van het door het college bepaalde bedrag niet in.
Niet zorgvuldig
Wel oordeelt de rechtbank dat het college niet tot invordering had mogen overgaan. Het invorderingsbesluit is gebaseerd op controles in 2021, terwijl de last daarna (in 2022 en 2023) nog is gewijzigd, waarbij is bepaald dat de douche, het toilet en een kitchenette mochten blijven. Er is met andere woorden niet gecontroleerd op de nieuwe eisen. Dat is volgens de rechtbank niet zorgvuldig. Om die reden kan de last niet worden geïncasseerd voordat is vastgesteld dat ook die nieuwe eisen niet worden nageleefd. Vooralsnog hoeft de man dan ook niets te betalen.