Buren klagen dat een kinderopvang te veel herrie maakt. Uit één meting van het college blijkt dat dit niet het geval is. Is één meting wel representatief?
De tuinen van twee mensen liggen direct aan de buitenplaats van een kinderopvang. Zij ervaren overlast van de kinderen, en verzoeken het college van B&W om te handhaven op geluidsoverlast. Als het college dit handhavingsverzoek afwijst, stappen de buren naar de rechtbank Rotterdam. Daar laten ze een geluidsonderzoek van de Nederlandse Stichting Geluidhinder zien, gemaakt in opdracht van de buren.
Te laat
Hoewel dit op tijd is ingediend – minstens tien dagen voor de zitting – oordeelt de rechtbank toch dat dit in strijd is met de goede procesorde. Het geluidsonderzoek vond plaats in de zomer, de buren komen hiermee in november. Dat hadden ze veel eerder kunnen aanleveren, zodat alle partijen daarop hadden kunnen reageren. Nu de buren daarmee zo laat zijn, neemt de rechtbank dit geluidsonderzoek niet mee in de beoordeling.
Niet representatief
Volgens de buren is de geluidsmeting die het college heeft uitgevoerd niet representatief: er is slechts op één dag gemeten. Zelfs die dag (eind oktober) was niet representatief omdat de bezetting op de speelplaats lager was dan gebruikelijk en ook minder dan op een lente- of zomerdag, waarop de buren ook buiten zitten. Ze vermoeden dat de geluidscontrole is aangekondigd en dat de kinderen daarom naar een ander speelveld zijn gebracht.
Stemgeluid
Op deze kinderopvang is de Wet milieubeheer van toepassing, en daarmee ook het zogenoemde Activiteitenbesluit. Daarin staat dat het maximaal geluidsniveau, veroorzaakt door ‘de inrichting’ (de kinderopvang), op de gevel van gevoelige gebouwen niet meer mag bedragen dan 50 dB(A) (overdag is dat: 70 dB(A)). In die regeling staat ook dat het stemgeluid van kinderen op een onverwarmd of onoverdekt terrein dat onderdeel is van een kinderopvang buiten beschouwing moet worden gelaten bij het bepalen van geluidsniveaus. Alleen het stemgeluid van volwassenen en geluiden die worden veroorzaakt door handelingen met voorwerpen, moeten voldoen aan de geluidsniveaus.
Binnen de norm
Het college heeft gemeten aan de hand van de ‘Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999’: een constante meting gedurende de hele dag, ook in de tuinen van de buren. Er waren toen regelmatig spelende kinderen aanwezig. Er zijn geen heftige geluiden waargenomen anders dan hun stemgeluid. Alle geluiden bleven binnen de normen.
Geen handhaving
Volgens de rechtbank was de meting ook representatief is: een reguliere dinsdag buiten de herfstvakantie, normaal gesproken een drukke dag op de kinderopvang. Het was die dag 17 graden, kinderen speelden buiten met een bal. De geluidscontrole was niet aangekondigd. Nu de geluidsnormen niet zijn overtreden, heeft het college terecht afgezien van handhaving.