Een holding wil haar inschrijving als bestuurder van een besloten vennootschap rectificeren, omdat deze niet juist zou zijn. De Kamer van Koophandel gaat daar niet in mee. Dat is terecht, oordeelt het College van Beroep voor het bedrijfsleven, nu in deze zaak niet is gebleken dat de inschrijving duidelijk onjuist was.
Een bestuurder van een holding ondertekent namens deze holding een inschrijvingsformulier voor de Kamer van Koophandel (KvK). Daarmee schrijft hij de holding in het Handelsregister in als bestuurder van een bv. Tegen deze inschrijving wordt op dat moment geen bezwaar gemaakt. Dan gaat de bv failliet. De curator in het faillissement stelt de holding als bestuurder aansprakelijk in het faillissement.
Andere bestuurder
Naar aanleiding daarvan vraagt de holding de KvK om haar met terugwerkende kracht als bestuurder van de bv uit te schrijven uit het Handelsregister. Volgens de holding is zij zelf nooit bestuurder geweest van de bv; dat was een andere bestuurder van de holding, via een andere bv. De KvK wijst het verzoek af en na bezwaar en beroep buigt het College zich over de zaak.
Gerede twijfel
Volgens de wet kan de KvK bij gerede twijfel over de juistheid daarvan gegevens onderzoeken en wijzigen. Een onderzoek van de KvK houdt niet in dat álles wordt gecontroleerd; daarvoor ontbreekt het aan mankracht en dit zou ook een ongewenste verzwaring van de administratieve lasten met zich meebrengen. Uit rechtspraak volgt dat als een verzoek tot wijziging is gedaan, gegevens alleen kunnen worden gewijzigd als er voldoende duidelijkheid is over de onjuistheid ervan. Ook ligt volgens jurisprudentie de verantwoordelijkheid voor de juistheid van de gegevens bij degene die de opgave doet en mag de KvK tot op zekere hoogte uitgaan van de juistheid van die opgave.
Geen verder onderzoek nodig
Volgens de KvK is in deze zaak niet duidelijk dat de inschrijving van de holding als bestuurder onjuist was. De bestuurder die het inschrijvingsformulier namens de holding ondertekende zegt dat hij een blanco formulier heeft getekend in de veronderstelling dat daarop de juiste bestuurder zou worden vermeld, maar dat dit niet is gebeurd. Voor het College is deze verklaring onvoldoende om aan te nemen dat de gegevens in het inschrijvingsformulier onjuist waren. De KvK hoefde naar de inschrijving ook geen verder onderzoek te doen, oordeelt het College.
Civiele rechter
Het College ziet verder in de door de holding getoonde documenten geen reden om de inschrijving te wijzigen. Uit die stukken blijkt namelijk niet dat de holding geen bestuurder was. Er blijkt alleen uit dat een andere bestuurder wel eens werkzaamheden voor de bv heeft verricht. Tot slot kan het belang van de holding bij wijziging geen reden zijn voor de KvK om de inschrijving te veranderen: het civielrechtelijke geschil tussen de holding en de curator moet volgens het College bij de civiele rechter worden opgelost. Kortom, de KvK hoeft de eerdere inschrijving van de holding als bestuurder niet aan te passen.