Aan dividendstrippen moet een einde komen, vindt het kabinet. Het is een vorm van belastingontwijking (of fraude) die de schatkist de afgelopen jaren miljarden euro’s heeft gekost.
Wie aandelen heeft in een beursgenoteerde onderneming, krijgt hierover een winstuitkering: dividend. Over dat dividend moet 15 procent belasting worden betaald. In Nederland gevestigde bedrijven kunnen de ingehouden dividendbelasting verrekenen met de te betalen vennootschapsbelasting. In Nederland wonende particulieren kunnen de dividendbelasting verrekenen met de te betalen inkomstenbelasting. Niet alle aandeelhouders kunnen echter de dividendbelasting verrekenen of terugkrijgen. Met dividendstripping kunnen aandeelhouders proberen dat effect te bereiken. Dividendstrippen is ontwijking – het Openbaar Ministerie spreekt van fraude – van dividendbelasting.
Verrekenen
Koopt iemand in de ‘CD-periode’ (cum dividend) een aandeel, dan heeft hij ook recht op toekomstig dividend. Dat recht kan hij overdragen aan een ander, die recht op teruggaaf of vermindering van dividendbelasting heeft. De oorspronkelijke aandeelhouder zat niet in die positie, die zou het volle pond moeten betalen. Dividendstripping is daarmee een aandelentransactie met maar één doel: dividendbelasting vermijden of ontwijken. Dat werkt als volgt. Een aandeelhouder die geen recht op teruggaaf of verrekening van dividendbelasting heeft, verkoopt (of leent) kort voor de ex-dividenddatum, dus ‘cum dividend’ de aandelen aan een partij die dat recht wel heeft. Daarbij wordt afgesproken de aandelen enkele dagen later (‘ex-dividend’) tegen een afgesproken koers weer terug te kopen. In sommige landen is dit legaal, maar niet in Nederland.
Constructies
Naar schatting heeft deze vorm van belastingfraude Nederland al 26 miljard euro gekost. Er worden ingewikkelde constructies opgezet zodat het voor de Belastingdienst lijkt alsof aandeelhouders recht hebben op teruggaaf van dividendbelasting. Opmerkelijk is dat de handel in aandelen rond de dividenddatum – als het dividend wordt uitgekeerd – in Nederland hoog is. In landen met wettelijke regels tegen dividendstripping, zoals Duitsland, zijn die ‘pieken’ duidelijk afgenomen. Daar zijn enkele jaren geleden maatregelen genomen die ertoe hebben geleid dat de totale waarde van uitgeleende aandelen lager is dan in Nederland. In Duitsland heeft een aandeelhouder alleen recht op teruggave van de dividendbelasting als hij de aandelen ten minste 45 dagen in bezit heeft.
Bewijslast
Dividendstrippen kan met de huidige regelgeving niet goed worden aangepakt. Nu moet de Belastingdienst bewijzen dat iemand die dividenden ontvangt eigenlijk geen recht heeft op vermindering of teruggaaf van dividendbelasting. Dat is in de praktijk lastig, omdat er bij dividendstripping vaak buitenlandse partijen zijn betrokken. In het voorstel dat het kabinet op Prinsjesdag presenteerde, wordt de bewijslast omgedraaid: wie aanspraak wil maken op een belastingvermindering moet zelf aantonen dat hij daadwerkelijk gerechtigd is tot de opbrengst van die aandelen. Er zijn ook Europese regels in voorbereiding om misbruik en fraude rondom dividendbelasting tegen te gaan.