Heeft de faillissementscurator in deze zaak ten onrechte beslag gelegd op een vliegtuig? De holding van de failliete BV vindt van wel, en stelt dat de curator in persoon én zijn kantoor aansprakelijk zijn voor de schade.
De zaak gaat over een vennootschap die zich bezighield met de verkoop van belastingvrije artikelen in passagiersvliegtuigen. Deze wordt failliet verklaard. Uit officiële documenten blijkt dat de BV eigenaar is van een vliegtuig, de holding van de failliet is de houder. Het vliegtuig is, zo blijkt uit de koopovereenkomst, enkele jaren eerder door de holding aan de failliet verkocht. Nu het vliegtuig tot de failliete boedel behoort, maar onduidelijk is waar het vliegtuig zich bevindt, legt de curator conservatoir beslag tot afgifte op het vliegtuig. In een daaropvolgende kortgedingprocedure draait de voorzieningenrechter dit terug.
Schade
De holding stelt dat de curator in persoon én zijn advocatenkantoor hoofdelijk aansprakelijk zijn voor alle schade die de holding heeft geleden door de beslaglegging en de daaruit voortvloeiende procedure. Beiden hebben onrechtmatig tegenover de holding gehandeld: de curator heeft lichtvaardig en onnodig beslag op het vliegtuig gelegd, het kantoor is aansprakelijk omdat het de curator financieel in staat heeft gesteld onrechtmatig tegenover de holding te handelen.
In redelijkheid
Als een curator, zo stelt de rechtbank, een onrechtmatige daad pleegt, is hij in beginsel slechts in hoedanigheid van zijn functie aansprakelijk. Dan moet de boedel de schade dragen die de curator heeft veroorzaakt. Onder bijzondere omstandigheden kan de curator in persoon (pro se) aansprakelijk worden gehouden. De curator behoort te handelen zoals in redelijkheid mag worden verlangd van een over voldoende inzicht en ervaring beschikkende curator die zijn taak met nauwgezetheid en inzicht verricht. Het is de holding die moet aantonen dat de curator persoonlijk aansprakelijk is.
Niet onrechtmatig
Volgens de rechtbank is niet gebleken dat de curator (in zijn functie) onzorgvuldig of anderszins onrechtmatig heeft gehandeld. De curator beschikte immers over de koopovereenkomst waaruit bleek dat de holding het vliegtuig had verkocht en geleverd aan de failliet. Ook was er een houderschapsverklaring, ondertekend door de failliet als eigenaar en de holding als houder van het vliegtuig. De curator kon in redelijkheid concluderen dat het vliegtuig mogelijk tot de boedel behoorde. Nu de holding niet bereid was om de vindplaats van het vliegtuig aan de curator kenbaar te maken, lag beslaglegging voor de hand – ook zonder bodemprocedure om een rechterlijke uitspraak te krijgen over de vraag of het vliegtuig tot de boedel van de failliet behoort. Dat de voorzieningenrechter vervolgens het beslag met onmiddellijke ingang heeft opgeheven, betekent nog niet dat de curator het beslag onrechtmatig heeft gelegd en gehandhaafd. De curator heeft in zijn hoedanigheid van curator niet onzorgvuldig of onrechtmatig gehandeld – ook niet in persoon, en daarmee ook zijn kantoor niet.