Illegale bewoning door arbeidsmigranten wordt niet gedoogd. Die situatie moet worden beëindigd, ook al hebben de arbeiders dan geen woonruimte meer. Wel krijgen ze in deze zaak van de voorzieningenrechter langer de tijd om ‘illegaal’ te wonen, om zo vervangende huisvesting te zoeken.
Een vrouw is in de agrarische sector actief als personeelsbemiddelaar. Ze huurt acht panden, waarvan zij de bovenverdiepingen (onder)verhuurt aan werknemers. Bij een controle door de gemeente wordt vastgesteld dat dit in strijd is met het bestemmingsplan. Het gemeentebestuur legt de vrouw een last onder dwangsom op (€ 30.000), zodat zij de kamerverhuur zo snel mogelijk moet stoppen. Drie maanden later volgt nog een controle. De vrouw heeft de overtredingen dan niet beëindigd, maar vecht de last aan bij de rechtbank Gelderland.
Handhaving
Ook de voorzieningenrechter oordeelt dat het huisvesten van arbeidsmigranten in de panden niet is toegestaan. Het college moet dan handhavend optreden vanwege het algemeen belang dat is gediend met handhaving. Bij uitzondering hoeft het college niet te handhaven, bijvoorbeeld als er concreet zicht is op legalisatie van de overtreding. Ook kan het handhavend optreden zo onevenredig zijn in verhouding met de daarmee te dienen belangen dat van handhaving moet worden afgezien. Hier is in ieder geval geen zicht op legalisatie.
Belangen afwegen
De vraag is of het handhavingsbesluit in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. In de Algemene wet bestuursrecht staat dat het college alle belangen moet afwegen die rechtstreeks bij het besluit zijn betrokken. De last onder dwangsom heeft ook gevolgen voor de bewoners van de panden: zij moeten na afloop van de begunstigingstermijn de panden direct verlaten. Het college heeft deze ingrijpende gevolgen voor de arbeidsmigranten erkend en hun belangen meegewogen, maar ook de belangen van omwonenden moeten worden meegewogen – en die wegen ook zwaar. Uiteindelijk oordeelt de voorzieningenrechter dat het handhavingsbesluit geschikt, noodzakelijk én evenwichtig is. Dat de vrouw de arbeidsmigranten netjes huisvest, speelt verder geen rol. De dwangsom is terecht opgelegd en het bedrag is conform het beleid en dus niet te hoog, zoals de vrouw stelt.
Begunstigingstermijn
Wel is de begunstigingstermijn te kort. Het college haakt aan bij de categorie ‘bedrijfsmatig strijdig gebruik’ (begunstigingstermijn 6 weken), terwijl het had moeten uitgaan van de categorie ‘Illegale bewoning (bij)gebouwen’ (begunstigingstermijn 12 tot 26 weken). Die termijn is langer, omdat de personen als gevolg van de last onder dwangsom op zoek moeten naar nieuwe woonruimte. De vrouw stelt dat zij niet binnen 6 weken vervangende woonruimte kan regelen voor de 48 werknemers. De voorzieningenrechter is het daarmee eens en stelt de termijn op 26.