Wie een woning huurt is verplicht de verhuurder in de gelegenheid te stellen ‘dringende werkzaamheden’ uit te voeren, zoals het plaatsen van rookmelders. Weigert een huurder, dan kan hij zelfs tijdelijk zijn huis uit worden gezet.
Een vrouw huurt sinds 1990 een woning. De eigenaar, een woonstichting, is op grond van het Bouwbesluit 2012 verplicht om op iedere verdieping van haar woningen, dus ook de woning van deze huurder, een rookmelder te plaatsen. Ook moet de woonstichting een nieuw energielabel vaststellen, omdat het oude is verlopen. De vrouw weigert hieraan mee te werken: ze heeft zelf al rookmelders geïnstalleerd en een nieuw energielabel vindt zij niet nodig. Bovendien: alles achter de voordeur is háár domein. Het binnenlaten van monteurs is een schending van haar privacy en persoonlijke levenssfeer. De woonstichting stapt naar de rechtbank Zeeland-West-Brabant.
Rechtsongelijkheid
De kantonrechter wijst op de wettelijke plicht van de verhuurder. De woonstichting wil zelf rookmelders kiezen die voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen. De werkzaamheid daarvan is voor tien jaar gegarandeerd. Dat vindt de kantonrechter een valide argument. De vrouw stelt dat eigenaren van koopwoningen zelf een rookmelder mogen kiezen, en dat hier dus sprake is van rechtsongelijkheid. Dat veegt de kantonrechter van tafel: de situatie van een huurder is niet te vergelijken met die van een huiseigenaar. Bij een huurwoning is niet de huurder maar de eigenaar verantwoordelijk voor rookmelders. Het is dan ook logisch dat de eigenaar, en niet de huurder, bepaalt welke rookmelders worden geplaatst en dat de eigenaar de plaatsing ervan laat uitvoeren.
Energielabel
Volgens de vrouw hoeft pas een nieuw energielabel te worden vastgesteld als zij de huur opzegt. Ook dat klopt niet: het oude was tien jaar geldig en de wet schrijft voor dat er dan een nieuw label moet komen – zelfs als er in de woning niets is veranderd, zoals de vrouw beweert.
Inbreuk gerechtvaardigd
De vrouw kan verder wel een schending van haar privacy ervaren, maar die inbreuk is volgens de kantonrechter gerechtvaardigd omdat daar een voldoende wettelijke basis voor is. Een huurder is verplicht om de verhuurder de gelegenheid te geven zogenoemde dringende werkzaamheden bij huurwoningen uit te voeren. Het plaatsen van rookmelders en het laten vaststellen van het energielabel zijn dringende werkzaamheden in de zin van de wet. Dat er moet worden meegewerkt aan dergelijke werkzaamheden staat ook in de huurovereenkomst. De vrouw moet dus monteurs binnenlaten. Weigert zij alsnog, dan moet de woonstichting een mogelijkheid hebben om haar desnoods te dwingen mee te werken. De kantonrechter waarschuwt haar: zij kan, als het zover komt, worden veroordeeld om haar huis tijdelijk te verlaten.