De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is bezig grote woningbouwprojecten met voorrang te behandelen. Procedures kunnen zo maanden eerder worden afgerond, zodat de schop eerder de grond in kan.
Het is in de vastgoedwereld een bekende voorspelling: het bouwen van grote projecten duurt een jaar of twee, maar de procedures die eraan voorafgaan duren al snel acht jaar. Van de eerste plannen en schetsen, de tal van onderzoeken die moeten worden uitgevoerd, tot de vaststelling van een bestemmingsplan, de bezwaarprocedures die erop volgen en vervolgens het beroep bij de bestuursrechter (rechtbanken) en soms het hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Geeft die eindelijk groen licht, dan kan de eerste schop in de grond. Zo’n twee jaar later worden het pand dan officieel opengesteld.
Complexiteit
Door de complexiteit van woningbouwzaken duren de procedures steeds langer. Veel zaken moeten worden besproken: stikstof, de ontsluiting van nieuwe wegen, netcongestie, de aanwezigheid van beschermde dieren, geluid, grondwater. Daarom is de Afdeling bestuursrechtspraak in de zomer van 2024 begonnen haar deel van deze procedures versneld te behandelen. In principe behandelt deze hoogste bestuursrechter zaken op volgorde van binnenkomst en blijven ze ‘op de plank’ liggen totdat ze aan de beurt zijn. Maar grote woningbouwzaken – projecten met minimaal 12 woningen, tot soms wel honderden woningen – worden nu naar voren gehaald. Daarvoor heeft de Afdeling een speciaal ‘woningbouwteam’ samengesteld. Dit behandelt woningbouwzaken niet alleen met voorrang, de doorlooptijden ervan heeft de Afdeling ook weten in te korten.
Tijdwinst
Op deze manier wil de Afdeling bestuursrechtspraak een bijdrage leveren aan het probleem van het woningentekort. Per saldo winnen ontwikkelaars zo enkele maanden tot ruim een jaar. Er kan dan ook sneller worden gebouwd, maar alleen als het woningbouwplan door de Afdeling in stand wordt gelaten. Wordt het vernietigd, dan moet het terug naar de tekentafel en gaat de tijdwinst weer teniet. Elke maand doet de Afdeling een uitspraak over een groot project: onlangs nog 800 woningen in Brielle, ruim 3.400 in Utrecht (Beurskwartier), 375 in Gilze-Rijen, 400 in Eindhoven. Alleen al in februari 2025 is in zo’n 20 woningbouwzaken een rechtszitting gehouden. Het streven is om zo tot de zomer van 2025 – dan loopt dit project af – zaken op zitting te behandelen die in totaal zo’n 65.000 woningen mogelijk maken.
Meer woningbouwzaken
In maart behandelt de Afdeling bestuursrechtspraak verschillende woningbouwzaken, waaronder de bouw van 360 woningen in de gemeente Voorne aan Zee, 246 woningen in Barneveld en 1.200 woningen die in het voormalige ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Den Haag) worden gerealiseerd.