De hond van een man loopt ongelijnd door een park. Maar de man deed dit niet met opzet. Het gerechtshof moet oordelen of de boete blijft bestaan.
Een buitengewoon opsporingsambtenaar ziet dat een man zijn hond in een park laat loslopen. Honden moeten daar zijn aangelijnd. De man krijgt een bestuurlijke boete van € 95. Daartegen gaat hij in bezwaar bij het college van burgemeester en wethouders, en later in beroep bij de kantonrechter. Die stelt hem in het ongelijk. De man gaat in hoger beroep bij het gerechtshof Den Haag.
Verhuizing
Daar klaagt de man dat hij niet is opgeroepen voor de zitting van de kantonrechter. Vóór die zitting is hij verhuisd en hij heeft een adreswijziging doorgegeven aan de gemeente. De oproepingsbrief is verstuurd naar zijn oude adres. Maar dat adres stond ook in zijn beroepschrift. Het hof vindt dat van iemand die tijdens een procedure verhuist kan worden verwacht dat hij een adreswijziging doorgeeft aan de rechterlijke instantie die over de zaak gaat beslissen. Dit heeft de man niet gedaan. Dat hij de oproep niet heeft ontvangen, komt voor zijn rekening.
Verbodsborden
Verder vindt de man dat in het park te weinig verbodsborden stonden over het aanlijnen van honden en waar ze eerst wel stonden, zijn ze weggehaald. Dat is verwarrend. Ook zou de kantonrechter de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) verkeerd hebben geïnterpreteerd. Daarin staat dat het een eigenaar of houder van een hond verboden is die hond binnen de bebouwde kom op de weg te laten verblijven of te laten lopen, zonder dat die hond is aangelijnd. ‘Laten verblijven of laten lopen’ veronderstelt, zo redeneert de man, dat er een bewuste beslissing wordt gemaakt om een hond ergens los te laten. In zijn geval rende de hond van een toegestaan losloopgebied naar een gebied waar dit niet mocht. Van ‘laten verblijven of laten lopen’ is geen sprake geweest: hij liet de hond daar niet met opzet loslopen.
Risicoaansprakelijkheid
De verbodsbepaling in de APV gaat uit van een risicoaansprakelijkheid (geen schuldaansprakelijkheid) van de houder van de hond. Het is diens verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de hond zich niet bevindt binnen de bebouwde kom op de weg zonder te zijn aangelijnd. Of dit opzettelijk of doelbewust gebeurt, is niet van belang. De man moet de boete gewoon betalen.