Inhoudsopgave

Herstructureringsdeskundige kan ook onnodige vertraging veroorzaken

Als schuldeisers in een Whoa-procedure verzoeken om een herstructureringsdeskundige, dan wijzen rechtbanken dat doorgaan toe. In deze zaak zou de benoeming echter leiden tot onnodige vertraging, wat juist niet in het belang is van de schuldeisers.

Een groot internationaal concern verkeert financieel in zwaar weer en is een Whoa-procedure gestart. Via een herstructurering van haar schulden wordt geprobeerd een faillissement af te wenden. Het concern bereidt een akkoordprocedure voor dat door de meerderheid van de schuldeisers wordt gesteund.

Waarderingen

Een vereniging, die de belangen van de aandeelhouders behartigt en zelf ook aandelen in het kapitaal van het concern bezit, ligt echter dwars. Deze vindt dat de reorganisatie- en liquidatiewaarde van het concern onjuist is berekend, en daarmee schadelijk voor investeerders, waaronder aandeelhouders. De vereniging verzoekt de rechtbank Amsterdam om een herstructureringsdeskundige aan te wijzen, die zelf een rapport over de waarderingen kan opstellen en een eigen akkoord kan voorbereiden en aanbieden.

Vertraging

Het concern verzet zich daartegen. Het verzoek doorkruist een vergevorderd herstructureringstraject, waar de meeste schuldeisers achter staan. Komt er toch een herstructureringsdeskundige, dan leidt dat tot vertraging van de herstructurering. Worden de schulden niet snel geherstructureerd, dan gaan de schuldeisers hun zekerheidsrechten uitwinnen of ze vragen het faillissement aan.

Belangen

Voor het aanwijzing van een herstructureringsdeskundige moet worden voldaan aan twee vereisten. In de eerste plaats moet de schuldenaar (het concern) verkeren in een toestand waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat hij insolvent zal raken. Dat is hier het geval. Verder moet de rechtbank toetsen of de belangen van de gezamenlijke schuldeisers zijn gediend met een herstructureringsdeskundige.

Frustreren

In een Whoa-procedure kan de schuldenaar zelf het initiatief nemen om een akkoord aan te bieden, maar dat kunnen ook de schuldeisers of aandeelhouders doen, met een herstructureringsdeskundige. Dit ‘tweede’ akkoordtraject kan de kans van slagen vergroten. Daarom wijzen rechtbanken doorgaans een herstructureringsdeskundige aan: dat levert in de regel een beter resultaat op voor de schuldeisers. Maar sommige schuldeisers kunnen een herstructureringsdeskundige ook gebruiken om een vergevorderd en kansrijk herstructureringstraject te frustreren, om zo een betere onderhandelingspositie voor zichzelf te creëren, terwijl de gezamenlijke schuldeisers door deze vertragingstactiek juist nadeel ondervinden.

Tweede akkoord

Dit laatste doet zich hier voor, oordeelt de rechtbank. De aandeelhoudersvereniging had moeten inzien dat een herstructureringsdeskundige niet is bedoeld voor het delen van informatie met de betrokkenen en ook niet voor het beslechten van een geschil over de waarde van de onderneming. Het doel van een dergelijke benoeming is aanbieding van een (tweede) akkoord aan de schuldeisers, maar dat gaat veel tijd kosten. Die tijd heeft het concern niet omdat schuldeisers dan hun zekerheden kunnen uitwinnen en een faillissement dreigt.

Informatie

Maar wat als de aandeelhoudersvereniging er terecht op wees dat zij te weinig informatie kreeg? Dat komt dan wel aan de orde op het moment dat het akkoord ter homologatie wordt voorgelegd. Dan kan ook een eventueel incorrecte waardering van de onderneming worden behandeld. Vanwege de vertraging van de procedure zijn de belangen van de gezamenlijke schuldeisers niet gediend bij de benoeming van een herstructureringsdeskundige, die er dan ook niet komt.

ECLI:NL:RBAMS:2023:4153

Bron:Rechtbank Amsterdam | jurisprudentie | ECLI:NL:RBAMS:2023:4153 | 26-09-2023
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Bel 026 – 35 22 888 of stuur een bericht.

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn