Begin april van dit jaar heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan over een schenking die is besteed tijdens het huwelijk. Deze uitspraak is relevant voor mensen die in gemeenschap van goederen zijn getrouwd en dat tijdens of voor het huwelijk een schenking of erfenis is ontvangen.
Wat waren de feiten?
De vrouw en de man zijn in 1985 in gemeenschap van goederen met elkaar getrouwd. De vrouw heeft in 2002, 2004 en 2006 van haar tante een totaalbedrag van € 30.000,- geschonken gekregen, waarbij door de tante is bepaald dat de schenkingen niet in de gemeenschap van goederen zullen vallen. De vrouw heeft de schenkingen niet apart gehouden, maar overgeboekt naar een gemeenschappelijke bankrekening van partijen. Vervolgens is het geld niet besteed aan een specifiek goed, maar opgegaan aan verschillende zaken. Partijen hebben niet bijgehouden waar het geld aan is besteed. In 2012 gaan partijen uit elkaar en in 2014 wordt de echtscheiding uitgesproken. De vrouw vindt dat zij recht heeft op € 30.000,- en dat de huwelijksgemeenschap dit aan haar moet betalen. Dit geld was immers van haar, gespendeerd door hen beiden en is daarom ten goede gekomen van het gemeenschappelijke vermogen van partijen. De man vindt dat dat de vrouw geen recht heeft op een vergoeding. Het geld is op de gemeenschappelijke rekening terecht gekomen en niet duidelijk is waaraan het is besteed. De vrouw heeft met dit geld bijgedragen aan de kosten van de huishouding, wat ook een wettelijke verplichting is. En daarnaast op = op.
Vergoedingsrecht en gemeenschap van goederen
Voordat ik uitleg wat de Hoge Raad hierover heeft gezegd, is het belangrijk om uit te leggen wat een vergoedingsrecht is.
Juridisch gezien zijn er bij een huwelijk drie vermogens: privé van de man, privé van de vrouw en het gemeenschappelijke vermogen. Als partijen in gemeenschap van goederen zijn getrouwd, dan zijn alle bezittingen en schulden van hen beiden. Dit is het gemeenschappelijke vermogen. Dat geldt voor alle bezittingen en schulden opgebouwd voor en tijdens het huwelijk. In beginsel valt al het vermogen in het gemeenschapsvermogen. Een uitzondering daarop zijn onder andere schenkingen en erfenissen die onder uitsluitingsclausule zijn ontvangen door één van de echtgenoten. Bij een uitsluitingsclausule bepaalt de schenker of erflater dat het geld niet in de gemeenschap valt, maar dat het aan één echtgenoot toekomt en dus privégeld is. Als de vrouw vanuit haar privévermogen geld naar de gemeenschap overboekt en bijvoorbeeld in een gezamenlijke woning steekt, dan kan de vrouw het privévermogen van de gemeenschap terugvragen. Dat is ook wel logisch: door het gebruiken van privévermogen is de huwelijksgemeenschap namelijk bevoordeeld. Dankzij dit geld kon de woning worden aangekocht of is er bijvoorbeeld sprake van een lagere hypotheek.
Wat zegt de Hoge Raad?
De Hoge Raad stelt in deze zaak vast dat het geld niet is besteed aan een woning, maar is besteed aan allemaal verschillende (consumptieve) zaken. Het is niet meer te traceren waaraan het geld is besteed. Geen van beide partijen heeft een lijstje gemaakt waaraan het geld is uitgegeven. Ook hebben partijen geen onderlinge afspraken gemaakt over de besteding van het geld en of dit geld wel of niet terugbetaald moest worden aan de vrouw. Omdat het geld in de gemeenschap is gevloeid, is het uitgangspunt van de Hoge Raad dat de vrouw wel recht heeft op een vergoeding. De gemeenschap heeft immers profijt gehad van de schenking. Zonder tegenbewijs neemt de Hoge Raad aan dat de gelden zijn besteed aan het betalen van gemeenschapsschulden. Daardoor is het privé-vermogen van vrouw minder geworden en het gemeenschapsvermogen verrijkt. Dit zou anders kunnen zijn als de man feiten en omstandigheden stelt waaruit blijkt dat er onderling uitdrukkelijk of stilzwijgend afspraken zijn gemaakt over bepaalde uitgaven en dat de vrouw geen aanspraak zou of kan maken op de vergoeding. Dat is door de man niet gedaan en de vrouw kan dan ook aanspraak maken op € 30.000,- van de gemeenschap. Omdat de gemeenschap 50/50 van partijen is, betekent dit dat de vrouw na echtscheiding € 15.000,- van de man kan terugvragen.
Wat betekent dit voor u?
Het kan zijn dat tijdens het huwelijk een schenking is ontvangen, dit geld is besteed aan verschillende consumptieve bestedingen en inmiddels op is. Ongeacht aan welke zijde u staat is het van belang om te kijken naar alle feiten en omstandigheden en wie wat kan bewijzen in een echtscheidingssituatie. Uiteindelijk gaat het in dit soort procedures om feiten, omstandigheden en bewijsmiddelen. De hoofdregel is weliswaar dat het geld vergoed moet worden vanuit de gemeenschap, maar uit de uitspraak blijkt ook dat er ruimte bestaat om te onderbouwen dat er andere afspraken zijn gemaakt of dat er redenen zijn om af te wijken van deze regel.
Wilt u weten wat uw mogelijkheden zijn, neem dan contact op met onze familierechtspecialisten van De Kempenaer Advocaten of mail naar familierecht@dekempenaer.nl.