Een perceeleigenaar heeft al tientallen jaren een strook gemeentegrond in gebruik als onderdeel van zijn tuin. De gemeente wil dat hij met dat gebruik stopt. De man meent echter door verkrijgende verjaring eigenaar van de grond te zijn geworden. De rechtbank Noord-Holland stelt hem in het gelijk.
De man is eigenaar van een perceel dat grenst aan gemeentegrond. Een deel van zijn achtertuin overlapt met een strook daarvan, van ongeveer 37 m2 met als bestemming ‘verkeer’. De man gebruikt die strook al decennia als deel van zijn tuin. De gemeente wil de grond terug: de man zou die zonder toestemming van de gemeente in gebruik hebben.
Verkrijgende verjaring
De eigenaar eist bij de rechtbank Noord-Holland een verklaring voor recht dat hij door verkrijgende verjaring eigenaar is geworden van de strook grond. Hij heeft deze verklaring nodig in een bestuursrechtelijke zaak, die speelt naar aanleiding van een last onder dwangsom die de gemeente hem heeft opgelegd voor het gebruik van de strook. Voor een geslaagd beroep op verkrijgende verjaring moet volgens de wet sprake zijn van een onafgebroken bezit van tien jaren en de bezitter moet te goeder trouw zijn.
Bezit
Van bezit is sprake als feitelijke macht over een goed wordt uitgeoefend met de pretentie rechthebbende te zijn. Of er feitelijke macht is, hangt af van de verkeersopvatting en de uiterlijke feiten. Bij inbezitnéming moet de machtsuitoefening over een goed zodanig zijn dat deze naar verkeersopvattingen het bezit van de oorspronkelijke bezitter teniet doet.
Inbezitneming
De rechtbank vindt dat in deze zaak sprake is van bezit door inbezitneming. De eigenaar heeft bijna 30 jaar geleden een schutting en een taxushaag geplaatst op dezelfde plek als een muurtje dat de eerdere perceeleigenaar ooit als erfafscheiding neerzette. De huidige eigenaar plaatste de schutting en haag voor zijn privacy, bij de bouw van een zwembad. De schutting is inmiddels weg, maar de taxushaag is dichtgegroeid en ondoordringbaar. Toegang tot de strook is alleen mogelijk via de tuin van de man, er zit geen opening in de haag. De gemeente kan de grond daardoor alleen beheren via zijn tuin en ziet daarmee ook al jaren dat de man pretendeert eigenaar van de grond te zijn. De machtsuitoefening van de man is volgens de rechtbank hiermee zodanig dat daarmee naar verkeersopvatting het bezit van de gemeente teniet wordt gedaan. Kortom, er is sprake van bezit bij de man, aldus de rechtbank.
Goede trouw
De rechtbank vindt daarnaast dat de eigenaar de grond te goeder trouw in bezit heeft genomen. Daarbij is van belang dat goede trouw op basis van de wet wordt vermoed aanwezig te zijn en het ontbreken daarvan moet worden bewezen door de partij die zich hierop beroept. De gemeente stelt dat de man in het kadaster had kunnen kijken en dan had gezien hoe de kadastrale grens van zijn perceel loopt. Door dat niet te doen, heeft hij niet te goeder trouw gehandeld.
Kadaster raadplegen
Daar gaat de rechtbank niet in mee. Onder verwijzing naar rechtspraak benadrukt de rechtbank dat als de feitelijke omstandigheden geen reden geven tot nader onderzoek, er geen verplichting is het kadaster te raadplegen. Er was voor de man geen reden dat onderzoek te doen. De voormalige eigenaar gebruikte de strook grond ook al en had de grond afgebakend met een muurtje, alsof de grond van hem was. De huidige bewoner heeft verder naar eigen zeggen ook nooit een kadastrale kaart van het perceel bekeken, mede omdat de aankoop van het huis onderhands is gegaan en zijn huis, met de bijbehorende kadastrale kaart, daarom nooit op Funda heeft gestaan. Zijn goede trouw staat daarmee volgens de rechtbank vast.
Verjaringstermijn
Ook de verjaringstermijn van tien jaren is verstreken. De schutting en taxushaag zijn meer dan tien jaar eerder geplaatst dan het moment waarop de gemeente de man voor het eerst vroeg de grond terug te geven. Daarmee wordt ook aan de laatste eis voor de verkrijgende verjaring voldaan. De rechtbank concludeert dat de man eigenaar is van de strook grond.