Steeds meer mensen zijn de laatste jaren aan het padellen geslagen. Padelbanen rijzen daardoor als paddenstoelen uit de grond. Niet iedereen is daar vanwege de geluidsoverlast blij mee, zo blijkt uit het groeiende aantal rechtszaken erover. Soms moet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zich er in hoger beroep over buigen.
Bij een tennisclub in een gemeente zijn twee padelbanen aangelegd. Hiervoor heeft het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning afgegeven. Een buurtbewoner, wiens achtertuin direct aan de padelbanen grenst, vraagt het college handhavend op te treden tegen de geluidshinder die het baangebruik veroorzaakt.
Beperkte overschrijding
Dat verzoek wordt afgewezen. Volgens het college is sprake van een beperkte overschrijding van de geluidsnormen in de avondperiode. Deze beslissing is gebaseerd op een geluidsrapport van de Omgevingsdienst, waarbij één geluidsmeting is gedaan.
Deskundige
De man gaat in beroep bij de rechtbank Den Haag, en met succes. De rechtbank oordeelt dat er voldoende aanknopingspunten zijn om te twijfelen aan de juistheid van de geluidsmeting van de Omgevingsdienst. Om de geluidshinder te beoordelen benoemt de rechtbank de Stichting advisering bestuursrechtspraak (Stab) als deskundige. Die berekent dat er een grotere overschrijding van de toegestane geluidsgrenswaarde voor de avondperiode is dan waarvan het college is uitgegaan. De rechtbank volgt de conclusies van de Stab en oordeelt dat het college niet in redelijkheid had mogen volstaan met een waarschuwing aan de tennisclub. Het had meteen handhavend moeten optreden. Het college moet daarom een nieuw besluit nemen.
Nieuwe geluidsmeting
Tegen deze uitspraak gaat het college in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ook vraagt het de voorzieningenrechter van de Afdeling een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter is er op voorhand niet van overtuigd dat het handhavingsbesluit kan worden gebaseerd op een berekend geluidsniveau in plaats van een feitelijk ter plaatse gemeten geluidsniveau. De uitspraak wordt daarom geschorst en er wordt een voorziening getroffen. Die houdt in dat het college een nieuw besluit neemt op grond van een nieuwe geluidsmeting bij het huis van de buurtbewoner. Bij die nieuwe meting moet de Handleiding meten en rekening industrielawaai 1999 in acht worden genomen. Ook moet de meting worden uitgevoerd op voor het tennispark representatief te achten momenten. Voor en na de meting moet de buurtbewoner in de gelegenheid worden gesteld daarop te reageren. Mocht er een geluidsscherm bij de club worden geplaatst, dan moet daar ook rekening mee worden gehouden. Datzelfde geldt als de openingstijden van de padelbanen tussentijds worden aangepast. Het college moet binnen drie maanden na verzending van de uitspraak een nieuw besluit op het bezwaar van de buurtbewoner nemen.