Een gefailleerde zit in verzekerde bewaring ('gijzeling'), omdat hij stelselmatig onvoldoende en onware informatie verstrekt aan de curator. Volgens hem is de bewaring echter onterecht. Hij verzoekt de rechtbank Overijssel hem per direct uit de verzekerde bewaring te ontslaan. Dat verzoek wordt afgewezen. Ook voor schorsing van de bewaring is geen aanleiding volgens de rechtbank.
Het is niet de eerste keer dat de man in verzekerde bewaring zit. De man is eerder al geruime tijd gegijzeld geweest. De rechtbank ziet mede daarin juist een reden om zijn verzekerde bewaring ook nu te laten voortduren. Hij zou daardoor immers heel goed moeten weten waartoe hij verplicht is in faillissement.
Informatieplicht
Een gefailleerde is wettelijk verplicht volledig en naar waarheid, proactief inlichtingen te verstrekken aan de curator en de rechter-commissaris. De man voldoet niet aan die verplichting en is daarom opnieuw in verzekerde bewaring gesteld. Zo heeft de man gelogen over zijn verblijfadres: hij zei dat hij bij familie was, terwijl hij daadwerkelijk op verschillende vakantieparken verbleef. Ook beweerde hij dat hij geen bankrekening of inkomsten heeft, terwijl de curator bij binnentreding in de vakantiewoning van de man onder meer contant geld en verschillende pinpassen op naam van derden vond. Uit nader onderzoek bleek dat de man gebruikmaakt van bankrekeningen op naam van derden en verschillende digitale betaalplatforms en cryptoplatforms. Ook is gebleken dat hij inkomsten genereert met het maken en exploiteren van websites voor de verkoop van medicijnen. Verder huurt hij een auto van € 500 per week.
Opheldering
De curator heeft bij de man over dit alles opheldering gevraagd. Die zegt dat hij alle informatie heeft gegeven die hij vanuit de bewaring kon geven. Zo heeft hij vanuit zijn bewaring de inloggegevens van zijn iPhone en laptop aan de curator verstrekt. Dit is echter voor de curator niet voldoende. Hem ontbreken bijvoorbeeld inloggegevens tot allerlei applicaties en platforms op de apparaten. Bovendien moet de man toelichting geven op wat op de apparaten staat, iets wat hij weigert. Verder kan de man – ook vanuit de bewaring – informatie geven over de pashouders van de bankpassen. Hij laat dat echter na, omdat hij naar eigen zeggen vreest voor zijn veiligheid en van de curator.
Bewaring
De rechtbank vindt het gezien dit alles gerechtvaardigd dat de man in bewaring blijft. Hij zat al eerder langere tijd in verzekerde bewaring. Mede daardoor moet hij er van doordrongen zijn welke verplichtingen op hem rusten en dat hij verplicht is proactief en naar waarheid de curator te informeren. De man verstrekt echter alleen reactief informatie, die ook nog eens onvoldoende of onjuist is. Dat het verstrekken van informatie zijn veiligheid in gevaar zou brengen, heeft de man niet onderbouwd en kan de rechtbank daarom ook niet volgen.
Opheffing
Verder is de rechtbank van oordeel dat geen sprake kan zijn van opheffing of schorsing van de inbewaringstelling. De rechtbank denkt dat het zeer onwaarschijnlijk is dat de man in dat geval de vereiste medewerking zal verlenen. Er zijn voor hem voldoende mogelijkheden om ook tijdens de inbewaringstelling informatie te verstrekken, maar hij laat dat na. De dwang van de bewaring is daarom nog steeds gerechtvaardigd en proportioneel. Het verzoek van de man wordt afgewezen. De door de curator gevraagd verlenging van de bewaring van 30 dagen wordt wel toegewezen. Zolang de man geen informatie geeft, blijft hij voorlopig dus nog gegijzeld.