Een werknemer zou volgens haar werkgever niet goed functioneren, maar daar is zij het niet mee eens. Ze wil gewoon weer aan het werk, zoals overeengekomen in de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter geeft haar gelijk.
Een medisch assistente werkt 30 jaar op de KNO-poli van een ziekenhuis. Volgens haar werkgever is de situatie op de werkvloer ‘onhoudbaar en onwerkbaar’ geworden en is de assistente daaraan schuldig. Zij kan kiezen: een verbetertraject volgen op een andere afdeling of de arbeidsovereenkomst beëindigen. De vrouw eist bij de voorzieningenrechter (rechtbank Zeeland-West-Brabant) dat zij wordt toegelaten tot haar werk en dat zij wordt gerehabiliteerd.
Geen recht op tewerkstelling
De kantonrechter stelt voorop dat er geen specifieke wettelijke bepaling is die het recht op tewerkstelling regelt. Of een werkgever verplicht is een werknemer aan het werk te zetten, is afhankelijk van de aard van de arbeidsovereenkomst, van de overeengekomen arbeid en van de bijzondere omstandigheden van het geval. Het is vaste rechtspraak dat een werkgever, als goed werkgever, in beginsel verplicht is een werknemer tewerk te stellen in de overeengekomen arbeid. Dat is anders als de werkgever een redelijke grond heeft dit te weigeren. In deze zaak beroept de werkgever zich op die redelijke grond.
Disfunctioneren
De werkgever stelt dat de assistente disfunctioneert. Zij heeft een dominante rol in het pestgedrag richting verschillende collega’s. Zij zou elders een verbetertraject moeten doorlopen, nu op de KNO-poli door haar gedrag een onhoudbare en onwerkbare situatie is ontstaan. De kantonrechter onderzoekt of het disfunctioneren voldoende aannemelijk is, en of dit een redelijke grond oplevert om de vrouw niet langer op de KNO-poli tewerk te stellen.
Onveilig gevoel
Uit een medewerkerstevredenheidsonderzoek, diverse meldingen van medewerkers, incidenten en gesprekken blijkt volgens de kantonrechter dat er teambreed een onveilig gevoel heerste op de KNO-poli. Maar werknemers voelden zich juist door hun voormalig leidinggevende niet gehoord en voelden zich niet vrij om problemen openlijk en bij hun leidinggevende te bespreken.
Weer aan de slag
Duidelijk is ook dat de assistente een te dominante rol had en erg onaardig kon overkomen bij sommige collega’s. Maar dat alles maakt het nog niet aannemelijk dat de problemen op de werkvloer alleen of vooral door haar komen. De aanpak van de werkgever is voorbarig en te veel gericht op één persoon, oordeelt de kantonrechter. Dan is er geen voldoende zwaarwegende grond om van het uitgangspunt af te wijken dat de werkgever de assistente tewerk dient te stellen in de overeengekomen arbeid. De voorzieningenrechter schat in dat een bodemrechter ook zo zal oordelen: de assistente moet weer aan de slag kunnen op de KNO-poli.
Rehabilitatie
Moet de assistente ook worden gerehabiliteerd, zoals zij eist? Zij wil dat daarover een tekst wordt verspreid binnen de KNO-poli, op straffe van een dwangsom. Volgens de kantonrechter zal haar terugkeer de nodige voorbereiding en flexibiliteit vergen van beide partijen, die zich als goed werkgever en als goed werknemer dienen te gedragen. Vooralsnog moeten partijen zelf invulling geven aan deze terugkeer. De kantonrechter wijst de dwangsom af.