Inhoudsopgave

Geen huisrecht op onbebouwd terrein: ontruiming toegewezen

Een groep mensen kraakt een onbebouwd terrein, waarna de eigenaar in een kort geding ontruiming eist. De krakers betwisten echter dat zij er onrechtmatig verblijven en beroepen zich daarbij op het huisrecht. De voorzieningenrechter is het daar niet mee eens.

Een hoogheemraadschap is eigenaar van een terrein waarop een rioolwaterzuiveringsinstallatie was gevestigd. Die installatie is in 2019 buiten werking gesteld en uiteindelijk gesloopt, nadat een andere installatie de zuiveringstaak heeft overgenomen. Op het terrein is een rioolgemaal gekomen dat het afvalwater van twee gemeentes doorpompt naar de nieuwe zuiveringsinstallatie.

Ontruiming

Na de sloop heeft een aantal mensen het terrein gekraakt en er caravans en tenten neergezet. Op het toegangshek is een slot geplaatst. Ze horen bij een groep jonge mensen die lastig woon- en werkruimte kunnen vinden, zeggen ze. Zij willen het terrein bewonen tot er concrete bouwplannen worden uitgevoerd en hier ook ruimte bieden aan sociale, culturele en politieke initiatieven, zo laten ze de eigenaar weten. Na een overleg stellen de krakers voor het terrein met hekken te verdelen, zodat zij er kunnen blijven wonen en het hoogheemraadschap toegang blijft houden tot het gemaal. Dat wil het hoogheemraadschap niet: ontruiming is nodig om haar wettelijke taken te kunnen uitvoeren. Als de krakers daarna toch de hekken plaatsen, eist de eigenaar bij de voorzieningenrechter (rechtbank Midden-Nederland) dat het terrein binnen drie dagen wordt ontruimd.

Geen huisrecht

De krakers stellen dat zij huisrecht hebben op het terrein op grond van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EVRM), waarin onder meer het recht op respect voor woning is opgenomen. Hun tenten en caravans zijn woningen in de zin van de Grondwet, zo betogen zij. Nu ze dit huisrecht hebben, handelen ze niet onrechtmatig. De voorzieningenrechter volgt hun betoog echter niet. De jurisprudentie waarnaar de krakers verwijzen ziet namelijk op een ander juridisch vraagstuk: of een ruimte wel of niet als woning moet worden beschouwd omdat dit van belang is bij de vraag of een bepaalde ruimte mag worden binnengetreden. Dat is wat anders dan de vraag of sprake is van een huisrecht op een bepaald perceel. De stelling dat de tenten en caravans kunnen worden beschouwd als woningen in de zin van de Grondwet klopt op zich wel, maar dit geeft de groep geen huisrecht op het terrein op grond van artikel 8 EVRM. 

Andere casus

De krakers wijzen ook nog op uitspraken over een ander gekraakt terrein, waarbij het eveneens ging om een heel terrein waarop makkelijk te verplaatsen onderkomens stonden. De casus in die zaak is echter heel anders, stelt de voorzieningenrechter vast. Daar ging het om gebruikers van het terrein die er al jaren (soms al achttien jaar) woonden en werkten, terwijl de eigenaar het terrein door omstandigheden niet op korte termijn in gebruik kon nemen. Dat is hier niet het geval.

Onrechtmatig

De krakers in deze zaak gebruiken het terrein dan ook zonder recht of titel en handelen daarom onrechtmatig. De eigenaar heeft dan het recht om het terrein te ontruimen, tenzij zij daar geen spoedeisend belang bij heeft of met de ontruiming misbruik maakt van recht. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft het hoogheemraadschap spoedeisend belang bij de ontruiming en maakt zij daarmee geen misbruik van recht. Hierbij wijst de rechter erop dat het hoogheemraadschap het perceel al gebruikt met het gemaal en voor de opslag van materieel. Van leegstand is dus geen sprake. Is er dan na de ontruiming langdurige leegstand te verwachten? Dat kan namelijk meewegen bij de afweging van de belangen van de partijen. Nee, oordeelt de voorzieningenrechter. Het hoogheemraadschap heeft haar bouwplannen voldoende onderbouwd. Zo komt er een nieuwe loods, waarvoor een vergunning is aangevraagd en er wordt een bodemonderzoek gestart. 

Wettelijke taken

Ook haar belang bij ontruiming om haar wettelijke taken goed te kunnen uitvoeren heeft het hoogheemraadschap goed onderbouwd. Haar medewerkers moeten vrije toegang hebben tot het volledige terrein rondom het gemaal en dienen dat te kunnen gebruiken als zich daar een incident voordoet. In de toekomst wil het hoogheemraadschap het perceel ook kunnen gebruiken bij een calamiteit, bijvoorbeeld bij wateroverlast door langdurige neerslag of na een dijkdoorbraak. Het belang van de eigenaar bij ontruiming weegt, gelet op dit alles. zwaarder dan dat van de krakers om een plek te hebben om te wonen. De vordering tot ontruiming wordt daarom toegewezen. De krakers moeten binnen één week de boel hebben opgebroken en het perceel hebben verlaten. De veroordeling tot ontruiming kan ook ten uitvoer worden gelegd binnen één jaar aan iedereen die zich ten tijde van de uitvoerlegging op het perceel bevindt of daar binnentreedt.

ECLI:NL:RBMNE:2023:2433

Bron:Rechtbank Midden-Nederland| jurisprudentie| ECLI:NL:RBMNE:2023:2433 C/16/556112 / KG ZA 23-224| 24-05-2023
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Bel 026 – 35 22 888 of stuur een bericht.

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn