Inhoudsopgave

Geen dwangakkoord; borgstelling levert meer op dan schuldregeling

Een vrouw zit flink in de schulden. Ze vraagt de rechtbank Den Haag een grote schuldeiser te dwingen akkoord te gaan met een schuldregeling. Dat wordt geweigerd. De schuldeiser ontvangt namelijk meer via een borgstelling.

De vrouw heeft een schuldenlast van ruim € 122.000 onder 21 verschillende schuldeisers. Het is de vrouw zelf niet gelukt een oplossing te vinden voor deze schulden. Met behulp van de gemeente biedt ze aan haar schuldeisers een schuldregeling aan. Eén van de schuldeisers gaat niet akkoord met de aangeboden regeling. De vrouw heeft een lening bij deze schuldeiser van ongeveer 16% van de totale schuldenlast. De vrouw verzoekt de rechtbank deze schuldeiser te dwingen met de regeling akkoord te gaan.

Dwangakkoord

Een dwangakkoord kan op basis van de wet worden opgelegd als aan twee voorwaarden is voldaan. Ten eerste moet de schuldbemiddeling juist zijn uitgevoerd door een bevoegde instantie. Ten tweede moet het op basis van een belangenafweging onredelijk zijn dat de betrokken schuldeiser weigert in te stemmen met de aangeboden regeling.

Belangenafweging

Aan het eerste vereiste is volgens de rechtbank in deze zaak voldaan; de schuldbemiddeling is uitgevoerd door de gemeente en goed en controleerbaar gedocumenteerd. Op basis van het tweede vereiste – de belangenafweging – concludeert de rechtbank dat een dwangakkoord hier niet op zijn plaats is. Van belang daarbij is dat de schuldeiser een flink deel in de totale schuldenlast heeft, waardoor een weigering niet snel onredelijk is. Verder speelt mee dat voor de relevante lening een borg is gesteld en dat op basis van die borgstelling de schuld wordt afbetaald. Als de schuldeiser zou instemmen met de schuldregeling, zou de borgstelling vervallen. Omdat het bedrag dat de schuldeiser van de borg kan ontvangen vele malen hoger is dan het bedrag dat de schuldeiser zou ontvangen op basis van de schuldregeling, vindt de rechtbank het redelijk dat de schuldeiser weigert mee te werken aan de schuldregeling. Het verzoek tot oplegging van een dwangakkoord wordt daarom ook afgewezen.

ECLI:NL:RBDHA:2024:8915

Bron:Rechtbank Den Haag | jurisprudentie | ECLI:NL:RBDHA:2024:8915 | 02-06-2024
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Bel 026 – 35 22 888 of stuur een bericht.

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn