Een termijnoverschrijding bij het indienen van een beroepschrift kan verschoonbaar zijn wanneer redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener ervan in verzuim is geweest. Een vrouw die niet tijdig beroep instelt tegen de weigering van een subsidie komt niet met argumenten waarom ze te laat was en dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, blijkt evenmin. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.
Een vrouw dient een aanvraag in voor een subsidie op grond van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (tvl), een regeling voor ondernemers met omzetverlies door de coronamaatregelen. De aanvraag wordt afgewezen, omdat de vrouw niet voldoet aan het vestigingsvereiste. Zij gaat in bezwaar tegen deze beslissing, maar doet dit niet binnen de daarvoor gestelde termijn van zes weken. Het bezwaar wordt daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De vrouw gaat in beroep dient bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Termijnoverschrijding
Ook het beroepschrift is niet tijdig ingediend, zo stelt het College vast. De laatste dag waarop tijdig een beroepschrift tegen het bestreden besluit kon worden ingediend was 27 oktober 2021. Het beroepschrift van de vrouw dateert echter van 9 december 2021 en is pas op 10 december 2021 door de griffie van het College ontvangen. Het is dus niet voor het einde van de beroepstermijn door het College ontvangen.
Niet verschoonbaar
Een termijnoverschrijding kan verschoonbaar zijn wanneer er redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener van het beroepschrift in verzuim is geweest, zo staat er in artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht. Niet-ontvankelijkheid blijft dan achterwege.
Het College heeft de vrouw bij brief van 10 maart 2022 in de gelegenheid gesteld met argumenten te komen waaruit zou kunnen blijken dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat zij in verzuim is geweest. Daarop heeft de vrouw in een e-mail van 24 maart 2022 de beroepsgronden tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaarschrift herhaald. De door het College gestelde vraag waarom het beroepschrift te laat is ingediend, beantwoordt zij hierbij echter niet. Ook tijdens de zitting heeft zij die vraag niet kunnen beantwoorden. Onder deze omstandigheden kan het College niet anders dan oordelen dat het beroep van de vrouw niet-ontvankelijk moet worden verklaard: het beroep is te laat ingediend en niet is gebleken dat die termijnoverschrijding verschoonbaar is. Aan een inhoudelijke beoordeling van het beroep komt het College daarom niet toe.
ECLI:NL:CBB:2022:705