Inhoudsopgave

Ex-partner moet meewerken aan schuldenregeling

Een zelfstandige kraanmachinist heeft een schuldenregeling aangeboden waarbij schuldeisers een uitkering van 12,4 % op hun vorderingen krijgen. Zijn ex-partner weigert als enige crediteur in te stemmen met deze regeling. Anders dan de rechtbank oordeelt het gerechtshof dat zij toch aan het voorstel moet meewerken.

Van de 13 schuldeisers hebben er 12 ingestemd met het voorstel van de kraanmachinist. Alleen de ex-partner van de man gaat er niet mee akkoord. Bij haar heeft hij een schuld van € 7.640, ongeveer 7,5 % van de totale schuld.

Juiste voorstelling van zaken

De man wendt zich eerst tot de rechtbank Noord-Nederland met een verzoek om zijn ex-partner te bevelen in te stemmen met de aangeboden schuldregeling. Dat verzoek wordt afgewezen. Volgens de rechtbank is onvoldoende duidelijk of de schuldeisers die wel met het aanbod hebben ingestemd een juiste voorstelling van zaken hebben gehad. Ook is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat het aanbod van de man het maximaal haalbare is.

Onredelijk

Volgens de wet kan instemming met een schuldenregeling worden afgedwongen als de schuldeiser die instemming weigert dat in redelijkheid niet mag doen. Daarbij moet worden gekeken naar de (on)evenredigheid tussen het belang dat deze schuldeiser heeft bij de weigering en de belangen van de schuldenaar of die van de andere schuldeisers die door de weigering worden geschaad. Daarbij geldt dat het iedere schuldeiser in beginsel vrij staat te verlangen dat zijn of haar vordering volledig wordt voldaan. Daarom wordt niet snel aangenomen dat een schuldeiser onredelijk handelt door betaling te weigeren.

Documentatie

In beroep oordeelt het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat het voorstel van de kraanmachinist goed en betrouwbaar is gedocumenteerd. Hoewel de brief aan de schuldeisers met het aanbod op sommige punten tekstueel aan duidelijkheid te wensen over laat, staan het percentage van de vordering dat wordt uitgekeerd en het door de ex-partner te ontvangen bedrag er uitdrukkelijk in. Uit de documenten blijkt verder dat het aanbod het maximaal haalbare is. Een wettelijke schuldsanering zal niet tot een hogere uitkering leiden. Liquidatie van het vermogen van de kraanmachinst – zoals voorgesteld door zijn ex-partner –  is voor wat zijn auto en gereedschap betreft niet reëel, nu hij die nodig heeft om zijn werk te kunnen doen. Hier komt bij dat de ex-partner ten opzichte van het schuldentotaal een relatief kleine vordering heeft. Ook is zij van alle schuldeisers de enige die weigert met het aanbod in te stemmen.

Kinderalimentatie

De vrouw heeft een vordering op haar ex-partner uit hoofde van kinderalimentatie. Zij verzet zich tegen zijn verzoek omdat hij zich volgens haar niet aan zijn alimentatieverplichtingen houdt. De man betwist dat en stelt dat de eerder overeengekomen alimentatie te hoog was en in een procedure bij het hof is verlaagd, en dat hij sindsdien netjes alimentatie heeft betaald. Daartegen heeft de vrouw niets ingebracht. Van onwil om aan de alimentatieverplichtingen te voldoen is daarmee volgens het gerechtshof onvoldoende gebleken, zodat dit geen voldoende zwaarwegend argument is om het verzoek van de kraanmachinist af te wijzen.

Meewerken

Het gerechtshof vindt daarom dat de ex-partner niet mocht weigeren in te stemmen met het voorstel. Dit betekent dat zij moet meewerken aan de schuldenregeling, zodat deze kan worden uitgevoerd.

ECLI:NL:GHARL:2024:5910

Bron:Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | jurisprudentie | ECLI:NL:GHARL:2024:5910 | 18-09-2024
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Neem contact met ons op!

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn