Inhoudsopgave

Dwangsom verbeurd? Die moet dan echt worden betaald

Wie een dwangsom verbeurt, moet deze ook daadwerkelijk betalen. Anders gaat er van een last onder dwangsom te weinig gezag uit. Dat merkte deze scooterrijder die een ‘inbrekerswerktuig’ vervoerde.

In de algemene plaatselijke verordening (apv) van Gouda is bepaald dat het verboden is inbrekerswerktuigen te vervoeren. Wordt iemand betrapt, dan wordt een dwangsom van € 2.500 per geconstateerde overtreding opgelegd, met een maximum van € 10.000.

Inbrekerswerktuig 

Op een dag wordt een man met een scooter door de politie aangehouden. Onder het zadel zit een bagageruimte en daarin ligt een grote platkopschroevendraaier. Dat is een inbrekerswerktuig, stelt de politie. Het college van burgemeester en wethouders bepaalt dat de man de dwangsom moet betalen. Volgens de man was het helemaal geen inbrekerswerktuig. Zijn argument: degene die van dit voorval melding maakte, had gezegd dat de ‘vermoedelijke inbrekers de Arabische taal spraken’. De man spreekt geen Arabisch. Daarom voldoet hij niet aan het signalement van de inbreker en kon het college de inhoud van de melding niet meenemen. Maar het college verklaart het bezwaar van de man ongegrond, en in beroep doet de rechtbank Den Haag hetzelfde. De man gaat in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Van tafel

Volgens de Afdeling is onduidelijk welke taal de vermoedelijke inbrekers exact hebben gesproken. Het argument van de man wordt van tafel geveegd, het college had de inhoud van de melding mogen meewegen bij de beoordeling of hij inbrekerswerktuig bij zich had.

Tegenstrijdige verklaringen

De man gaf in bezwaar, in beroep en in hoger beroep steeds een andere verklaring over de reden dat hij een platkopschroevendraaier vervoerde, over hoe die schroevendraaier was verpakt en over de door hem afgelegde route. Door deze wisselende en tegenstrijdige verklaringen zijn de verklaringen niet geloofwaardig. Net als de rechtbank vindt de Afdeling dan ook dat het college redelijkerwijs de grote platkopschroevendraaier heeft kunnen aanmerken als inbrekerswerktuig. Er is terecht geoordeeld dat de dwangsom is verbeurd en het college mocht overgaan tot invordering ervan.

Betalingsregeling

Maar het bedrag is wel erg hoog, vindt de man. Kan zijn, stelt de Afdeling, maar bij een besluit over de invordering van een verbeurde dwangsom moet aan het belang van de invordering een zwaarwegend gewicht worden toegekend. Anders zou dat afbreuk doen aan het gezag dat behoort uit te gaan van een besluit tot oplegging van een last onder dwangsom. Een adequate handhaving vergt dat opgelegde sancties ook worden geëffectueerd en dus dat verbeurde dwangsommen worden ingevorderd. Alleen in bijzondere omstandigheden kan geheel of gedeeltelijk van invordering worden afgezien, maar die zijn hier niet aan de orde. Het college treft wel een betalingsregeling: de man kan de dwangsom betalen in maandelijkse termijnen van € 25.

ECLI:NL:RVS:2024:751

Bron:Raad van State | jurisprudentie | ECLI:NL:RVS:2024:751 | 13-02-2024
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Neem contact met ons op!

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn