Inhoudsopgave

Dubbele pet? Faillissementsaanvraag kan misbruik van bevoegdheid opleveren

Kan een bestuurder van een vennootschap het faillissement aanvragen van een andere vennootschap waarvan hij ook bestuurder is? Die ‘dubbele pet’-kwestie deed zich voor in een huisartsenpraktijk.

Twee broers voeren samen een huisartsenpraktijk in een door hen gehuurd pand. Zij zijn allebei voor 50 procent (indirect) aandeelhouder. Na een conflict tussen hen is de praktijk niet meer actief. Het enige dat nog gebeurt is dat een broer, die enig indirect bestuurder is, de bedrijfsruimte onderverhuurt aan een derde. Hij wil helemaal van de praktijk af en vraagt met een andere vennootschap, waarvan hij ook bestuurder is, het faillissement ervan aan.

Onderhuur

Die vennootschap stelt dat de huisartsenpraktijk in een faillissementstoestand verkeert. Vorderingen worden niet betaald, er zijn geen bedrijfsactiviteiten, geen activa en geen baten. Iedere maand komt er een bedrag aan onderhuur binnen, maar dat moet direct aan de hoofdhuurder worden doorbetaald. De rechtbank Den Haag behandelt het faillissementsverzoek.

‘Klaar met voorschieten’

De rechtbank doorziet het spelletje dat wordt gespeeld. De bestuurder van de vennootschap die de faillissementsaanvraag deed, tevens de broer en bestuurder van de huisartsenpraktijk, had namelijk laten weten ‘klaar te zijn om de huur steeds te moeten voorschieten’. Hij gaf zelfs aan dat ‘de curator het huurprobleem maar moet oplossen’.

Dubbelrol

Nu de broer een dubbelrol speelt, lijkt het faillissementsverzoek op een eigen aangifte. De broers zijn, via aan hen toebehorende vennootschappen, de enige schuldeisers van de praktijk. Volgens de rechtbank is het faillissementsverzoek uitsluitend bedoeld om de onenigheid tussen hen door een curator te laten oplossen, zodat de broers ‘gemakkelijk’ van de huurovereenkomst afkomen. Daarvoor is een faillissement echter niet bedoeld. Voor dit soort situaties zijn er alternatieven, zoals een turboliquidatie. Dan kan, al dan niet na vereffening van het vermogen, een rechtspersoon worden beëindigd.

Misbruik van bevoegdheid

In deze zaak is sprake van misbruik van bevoegdheid omdat de faillissementsaanvrager naar redelijkheid niet tot de uitoefening van die bevoegdheid had kunnen komen, vanwege de onevenredigheid tussen het belang van de uitoefening en het belang dat daardoor wordt geschaad. Op het moment van de aanvraag wist de faillissementsaanvrager immers, of behoorde hij te weten, dat de boedel leeg is en geen voldoende gerechtvaardigd belang bij de aanvraag heeft. Dan zou de curator veel werk moeten verrichten terwijl op voorhand duidelijk is dat zijn salaris niet kan worden betaald uit de lege boedel. Door het faillissement desondanks aan te vragen heeft deze vennootschap misbruik gemaakt van haar bevoegdheid. Het faillissementsverzoek wordt daarom afgewezen.

ECLI:NL:RBDHA:2023:12254

Bron:Rechtbank Den Haag | jurisprudentie | ECLI:NL:RBDHA:2023:12254 | 27-08-2023
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Bel 026 – 35 22 888 of stuur een bericht.

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn