Uitleg door de rechter
Het is een alledaags verschijnsel dat partijen discussie krijgen over de inhoud van hun afspraken. De afspraken zijn bijvoorbeeld onduidelijk opgeschreven of zelfs helemaal niet vastgelegd. Als de discussie aan een rechter wordt voorgelegd dan moet de rechter vaststellen wat er is afgesproken. Hierbij kan de rechter op verschillende manieren de afspraken proberen te interpreteren. De rechter kan naar de letterlijke tekst van de afspraken kijken, maar de rechter kan ook de bedoeling van de partijen proberen in te vullen. In dit laatste geval stelt de rechter vast wat er is afgesproken op basis van zijn inschatting van wat de bedoeling van partijen is geweest toen ze afspraken maakten. In het juridisch taalgebruik wordt deze uitleg van de bedoeling van partijen het ‘Haviltex-criterium’ genoemd, terwijl de letterlijke wijze van interpreteren de ‘CAO-norm’ wordt genoemd (deze begrippen komen uit rechtszaken die gingen over de verschillende manieren van interpreteren).
Belangen
Het onderscheid tussen de manier van uitleg is belangrijk omdat er een groot verschil kan zitten tussen wat er is opgeschreven en wat (een van de) partijen hebben bedoeld. Dit kan in een rechtszaak het verschil zijn tussen winst en verlies. Er is daarom al veel geprocedeerd over de keuzes die een rechter moet maken bij zijn interpretatie van afspraken. Het gaat er dan vooral om in welke situaties de rechter moet kijken naar de letterlijke tekst en wanneer de rechter moet proberen de bedoeling van partijen in te vullen.
Keuze partijen?
Een interessante vraag is of partijen een rechter kunnen dwingen hun afspraken op een bepaalde manier te interpreteren. Kunnen partijen bijvoorbeeld in hun afspraken opnemen dat de rechter bij zijn interpretatie van de afspraken enkel mag kijken naar de letterlijke tekst en niet de bedoeling van partijen mag invullen?
Deze vraag is in een recente rechtszaak voorgelegd aan het Hof Den Bosch. In deze zaak hadden ex-echtgenoten een discussie over de uitleg van hun afspraken. In de afspraken stond vermeld dat de man aan de vrouw een bedrag van € 1.000,- netto per maand moest betalen aan alimentatie. Ook was bepaald dat de man de door de vrouw verschuldigde inkomstenbelasting over de ontvangen partneralimentatie zou vergoeden. De vrouw moest zelf voor de aangifte verzorgen en in eerste instantie de inkomstenbelasting aan de belastingdienst betalen. Vervolgens kreeg zij dit van haar ex-echtgenoot vergoed.
Er kwam discussie over de interpretatie van deze afspraken. In de afspraken stond namelijk niet uitgelegd wat met de term ‘netto’ werd bedoeld. De man vond dat met bovenstaande afspraken was bedoeld dat hij alleen de inkomstenbelasting over de alimentatie moest betalen, maar niet de bijkomende premies voor de volksverzekeringen. De vrouw vond dat met ‘netto’ was bedoeld dat daar ook de premies voor de volksverzekeringen onder vielen.
Uitleg
Normaal gesproken zal een rechter zelf beslissen of hij de afspraken letterlijk wil uitleggen of dat hij de bedoeling van partijen zal proberen in te vullen. Het opvallende in deze zaak is dat de ex-echtgenoten in hun afspraken hadden vastgelegd dat de “letterlijke tekst van de overeenkomst prevaleert boven eventuele partijbedoelingen, zodat de competente rechter de bepalingen zoals opgenomen in de onderhavige overeenkomst uitsluitend grammaticaal dient uit te leggen en toe te passen”. De partijen probeerden dus de rechter te dwingen een letterlijke manier van interpreteren toe te passen.
In de rechtszaak wezen beide partijen de rechter op deze bepaling over de uitleg van hun afspraken. De rechter volgde deze bepaling, zodat de afspraken door de rechter letterlijk werden uitgelegd.
Omdat er enkel gekeken mocht worden naar de letterlijke tekst overwoog de rechter dat dus moet worden uitgegaan van de letterlijke betekenis van het woord ‘netto’. Het verschil tussen bruto en netto in het normale spraakgebruik wordt gevormd door inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen. Volgens de rechter is het bedrag dat de vrouw in handen krijgt, na aftrek van de verschuldigde inkomstenbelasting en premies, dus het nettobedrag. De man werd dan ook veroordeeld om € 1.000,- per maand te betalen, plus de kosten voor de inkomstenbelasting en premies.
Uit deze uitspraak blijkt dat het dus mogelijk is om een rechter te dwingen om de afspraken op een bepaalde wijze te interpreteren.