In juni van dit jaar heeft de Tweede Kamer een regeling in de faillissementspraktijk die bekend staat als de ‘pre-pack’.
Het is een methode die al langer door diverse rechtbanken in Nederland werd toegepast, maar nu dus een wettelijke basis krijgt en daarmee in heel Nederland kan worden gebruikt. De term ‘pre-pack’ komt van ‘pre-packaged sale in administration’ en is een van oorsprong Britse methode om al voor faillissement van een onderneming zaken te regelen die –kort gezegd- de waarde van de onderneming en daarmee de opbrengst bij doorstart of verkoop na uitspreken van het faillissement ten goede komen.
Zoals aangegeven werd deze methode de laatste jaren in Nederland door enkele rechtbanken gehanteerd en vanwege de onzekerheid die over de status van de regeling bestond is het goed dat die nu in de wet wordt opgenomen.
De methode komt er op neer dat een onderneming die ziet dat die op een faillissement afstevent niet meer zelf het faillissement aanvraagt en kijkt wat er vervolgens gebeurt (of niet meer hoeft te wachten totdat een schuldeiser het faillissement aanvraagt met hetzelfde onzekere gevolg), maar reeds daarvoor de rechtbank kan verzoeken om de pre-pack van toepassing te verklaren. Als de rechtbank dat verzoek toewijst, benoemt ze meteen een deskundige, in de wet ‘beoogd curator’ genoemd, die onderzoek doet en nagaat of een doorstart of verkoop kan worden gerealiseerd. Dat doet hij of zij in stilte, maar hij of zij dient wel na korte tijd verantwoording aan de rechtbank af te leggen. Vervolgens verklaart de rechtbank de onderneming failliet en benoemt ze de beoogd curator tot curator, die vervolgens de doorstart of verkoop tijdens faillissement en in het openbaar realiseert.
Voordeel van de methode is dat door het in stilte onderzoeken van een doorstart of verkoop en het in vertrouwen spreken van overnamekandidaten in het algemeen een betere prijs kan worden verkregen dan dat een curator na het uitspreken van een faillissement in haast en onder druk mogelijk te snel met een kandidaat in zee gaat. Bovendien, omdat de ‘buitenwereld’ niet weet dat de pre-pack loopt, haken bijvoorbeeld toeleveranciers minder snel af, zoals bij het meteen uitspreken van het faillissement nog wel eens het geval is.
Nadeel is dat, hoewel de beoogd curator verslag doet aan de rechtbank, het voor crediteuren en andere belanghebbenden (denk met name aan personeel!) bepaald niet transparant is wat zich achter gesloten deuren allemaal afspeelt.
De praktijk (waarin wij ook werkzaam zijn) zal het leren ….