Als een dossier over een vrouw, met daarin ook gevoelige informatie over haar, kwijtraakt, wil zij een vergoeding voor immateriële schade. Dat moet zij dan wel goed onderbouwen.
Een vrouw voert een bezwaarschriftprocedure tegen haar gemeente. Het college stuurt de procesdossiers naar de leden van de bezwaarschriftencommissie. Daarin staan haar naam, adres, burgerservicenummer en medische informatie over haar. Door het zoekraken bij het postbedrijf krijgt een van de leden van deze commissie het procesdossier niet. De vrouw stelt daardoor immateriële schade te hebben geleden, omdat zij de controle over haar persoonsgegevens is verloren. Zij wil van het college een schadevergoeding van € 2.000.
Identiteitsfraude
Het college erkent dat de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is geschonden. Maar omdat de vrouw onvoldoende concreet onderbouwt dat zij daardoor schade heeft geleden, krijgt zij niets vergoed. Ook bij de rechtbank vangt de vrouw bot: het is niet gebleken dat het ontbrekende dossier bij andere mensen is terechtgekomen. De vrouw heeft geen identiteitsfraude ondervonden en geen verdachte brieven, phishing mails of telefoontjes gekregen die in verband kunnen worden gebracht met het datalek. Zij heeft ook niet aangetoond dat zij door het datalek geestelijk letsel heeft opgelopen. Tegen deze uitspraak gaat de vrouw in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Psychische klachten
De vrouw stelt dat het datalek heeft geleid tot veel angst- en stressklachten, omdat andere mensen over haar privé- en medische gegevens kunnen beschikken. Over deze psychische klachten voert zij gesprekken met een maatschappelijk werker, een medewerker van een universiteit en met haar huisarts, die haar inmiddels heeft doorverwezen naar de GGZ. Eerder oordeelde het Europees Hof van Justitie over een dergelijke kwestie. Voor schadevergoeding moet worden voldaan aan drie voorwaarden: een schending van de AVG, er moet (im)materiële schade zijn en er moet een causaal verband bestaan tussen de schade en de inbreuk. De bewijslast ligt bij de persoon die is getroffen door de AVG-inbreuk.
Aannemelijk maken
De Afdeling stelt dat een inbreuk op de AVG niet zonder meer leidt tot vergoedbare schade. De vrouw moet de aantasting in haar persoon aannemelijk maken en de door haar gestelde schade met concrete gegevens onderbouwen. Geestelijk letsel hoeft trouwens niet te betekenen dat het gaat om een in de psychiatrie erkend ziektebeeld, en ook niet dat dit geestelijk letsel alleen door een psychiater of psycholoog kan worden vastgesteld.
Niet onderbouwd
Deze vrouw heeft slechts twee e-mails, van de maatschappelijk werkster en van de huisarts. Daarin staat niet meer dan dat de vrouw ‘stress ervaart’ als gevolg van het datalek. Een doorverwijzing naar de GGZ vindt de Afdeling niet voldoende. Hieruit blijkt nog geen geestelijk letsel dat kan worden aangemerkt als een aantasting in haar persoon. De gestelde immateriële schade wordt zo niet onderbouwd. De rechtbank heeft het verzoek om schadevergoeding terecht afgewezen.