Ruim een jaar nadat een bedrijf wordt ontbonden, vraagt een pensioenfonds het faillissement aan. Dat is misbruik van recht, stelt de curator: de boedel is leeg maar toch moet hij nu werkzaamheden verrichten waarvoor hij niet wordt betaald.
Een scheepsbouwer wordt door de rechtbank failliet verklaard. Maar de curator komt tegen dit vonnis in verzet: degene die om het faillissement heeft gevraagd (een pensioenfonds) heeft de bevoegdheid om het faillissement aan te vragen misbruikt. De scheepsbouwer is ruim een jaar voor het faillissement al ontbonden en er was geen actief meer in de boedel aanwezig. Dat wist het pensioenfonds, aldus de curator.
Bestuurdersaansprakelijkheid
Het pensioenfonds stelt dat de bestuurder van de scheepsbouwer aansprakelijk is wegens het niet deponeren en publiceren van de jaarrekeningen. Er is dus nog geld te halen, omdat een vordering van de curator op de bestuurder moet worden aangemerkt als een bate. Dat ontkent de curator, mede omdat de bestuurder in het buitenland gedetineerd is. Door het faillissement van de (al ontbonden) scheepsbouwer aan te vragen, moet de curator werk verrichten zonder dat daar een vergoeding tegenover staat. De boedel is niet alleen leeg, er zijn ook geen baten meer te verwachten, aldus de curator.
Gerechtvaardigd belang
De rechtbank Noord-Nederland, die het verzet van de curator behandelt, stelt voorop dat ook een ontbonden vennootschap failliet kan worden verklaard. Dat is hier op goede gronden gebeurd. Maar kon de curator zich verzetten tegen de faillietverklaring? Ofwel: heeft het pensioenfonds misbruik gemaakt van zijn bevoegdheid het faillissement aan te vragen? Dat is het geval als het pensioenfonds op het moment van de aanvraag wist of behoorde te weten dat de boedel leeg was. Want dan is er geen gerechtvaardigd belang bij die aanvraag. Dat was er wel, aldus het pensioenfonds: de verhaalsmogelijkheid op de bestuurder. En het is de curator die moet onderzoeken of er écht niets meer in de boedel zit.
Geen misbruik
Volgens de rechtbank heeft de curator onvoldoende aangetoond dat het pensioenfonds bij de aanvraag wist of behoorde te weten dat er in het faillissement van de scheepsbouwer geen actief te realiseren was. Dat de bestuurder gedetineerd zit, betekent nog niet dat hij geen verhaal biedt. Een onderzoek naar de verhaalsmogelijkheden was aangewezen, zeker nu sprake was van schending van de plicht tot het publiceren en deponeren van jaarrekeningen. Dit had de curator daarom moeten doen, ook in het belang van andere schuldeisers. Nu de rechtbank geen misbruik van bevoegdheid aanneemt, wordt het verzet van de curator ongegrond verklaard. De curator moet de boedel alsnog onderzoeken, zelfs als die echt leeg blijkt te zijn en hij voor dit onderzoek niet wordt betaald.