Een curator verkoopt het huis van een gefailleerde. Nadat de koopovereenkomst is getekend, meldt zich iemand anders die de woning wil kopen voor een hogere prijs. Kan de curator, die zoveel mogelijk geld uit een failliete boedel moet zien te halen, de koopovereenkomst nog ontbinden?
Een man wordt failliet verklaard. Onderdeel van de failliete boedel is zijn huis. De curator gaat de woning verkopen in een openbare procedure. Een koper doet een bod. De rechter-commissaris verleent goedkeuring voor de verkoop en er wordt een koopovereenkomst getekend. Daarna meldt een ander zich die een hoger bedrag biedt. Omdat de koopovereenkomst al is getekend, accepteert de curator dat bod niet meer. De nieuwe geïnteresseerde heeft de gefailleerde toegezegd dat hij in het huis mag blijven wonen als hij dit zou kopen.
Ontbinden
De man vraagt de rechter-commissaris om de curator te verbieden de koopovereenkomst aan te gaan met de koper, dan wel de curator te verplichten de koopovereenkomst te ontbinden. De rechter-commissaris wijst dit af, maar in hoger beroep gebiedt de rechtbank de curator om het koopcontract te ontbinden. De koper stapt daarna naar de voorzieningenrechter (rechtbank Gelderland): hij wil dat de koop gewoon doorgaat.
Geen wettelijke basis
Volgens de voorzieningenrechter is er een rechtsgeldige koopovereenkomst tussen de koper en de curator tot stand gekomen. Wel kan een gefailleerde tegen elke handeling van de curator bij de rechter-commissaris opkomen. Dit staat in artikel 69 van de Faillissementswet. Het is echter vaste rechtspraak dat een door de curator rechtsgeldig gesloten overeenkomst niet via dit artikel ongedaan kan worden gemaakt. Dit artikel geeft alleen de mogelijkheid om het handelen van de curator te sturen, en biedt geen wettelijke basis om een eenmaal gesloten koopovereenkomst te ontbinden.
Ontbindende voorwaarde
Maar de curator heeft de koopovereenkomst niet alleen ontbonden omdat de rechtbank dat opdroeg, hij deed dat ook op basis van een ontbindende voorwaarde in de koopovereenkomst: ‘De overeenkomst wordt ontbonden als de woning op de datum van overdracht niet is ontruimd’. In beginsel leidt zo’n clausule, als aan de contractuele voorwaarden is voldaan, tot ontbinding. Maar in de rechtsverhouding met de derde (de koper) is het doorgaans onredelijk en niet billijk als de curator een beroep doet op zo’n ontbindingsgrond. Dat kan ook niet op basis van dat artikel: dit ziet uitsluitend op de belangen van de schuldeisers van de boedel, en niet op de rechtsverhouding tussen de curator en de derde. Het was trouwens de curator zelf die de woning niet had ontruimd nadat de koopovereenkomst was ontbonden. Nu ook de nieuwe overdrachtsdatum nog onzeker is (ontruiming moest voor die datum plaatsvinden), is de ontbindende voorwaarde niet vervuld. De voorzieningenrechter verbiedt de curator het huis te verkopen en te leveren aan een ander dan de oorspronkelijke koper. De koopovereenkomst moet worden nagekomen.