Twee leninggevers willen dat de curator in een faillissement van een bedrijf in kort geding wordt veroordeeld mee te werken aan de executoriale verkoop van twee percelen met toebehoren. Zij menen een recht van hypotheek te hebben op deze percelen. De rechtbank Gelderland wijst hun verzoek af.
Een man bezit een perceel. Zijn bedrijf is eigenaar van een aangrenzend perceel. Op een bepaald moment verkoopt deze onderneming haar perceel aan de man. Die gaat daarvoor een geldlening met hypotheekrecht op de twee percelen aan bij twee leninggevers.
Faillissement
Ongeveer vijf maanden later wordt het bedrijf van de man failliet verklaard. De curator in het faillissement vernietigt de verkoop van het perceel door het bedrijf aan de man, omdat hiermee sprake zou zijn van een actio pauliana: een handeling die leidt tot benadeling van de verhaalsmogelijkheden van schuldeisers in het faillissement. De man berust in deze vernietiging, die wordt ingeschreven in het kadaster. Hiermee komt ook het recht van hypotheek van de twee leninggevers te vervallen. Over de vernietiging is echter nog wel discussie: in een bodemzaak die de leningsgevers hebben aangespannen moet de rechtsgeldigheid ervan nog worden vastgesteld.
Koopovereenkomst
De twee leninggevers willen daarop echter niet wachten. Zij vorderen bij de rechtbank Gelderland dat de curator wordt veroordeeld medewerking te verlenen aan een overeenkomst waarin staat dat de leninggevers nog steeds een recht van hypotheek hebben op de percelen en waarmee de curator aan hen toestemming geeft om de twee percelen te verkopen. Ook willen zij dat de curator wordt veroordeeld om de inschrijving van de vernietiging in het Kadaster teniet te doen.
Regie
De rechtbank wijst de vordering af, omdat er geen basis is op grond waarvan de curator gehouden is mee te werken aan de overeenkomst. Het is de taak van de curator om de (soms tegenstrijdige) belangen te behartigen van alle schuldeisers in een failliete boedel. Daarbij heeft de curator de vrijheid te beslissen op welke manier hij voor deze belangen opkomt. Als de rechtbank de curator zou verplichten in te stemmen met de overeenkomst komt de regie van de verkoop van beide percelen bij de leninggevers en de man te liggen en is de curator de regie kwijt. Ook is onduidelijk welk bedrag ten goede komt aan de boedel. Dat kan niet.
Inschrijving
Verder ziet de rechtbank niet in waarom de curator de inschrijving van de vernietiging teniet zou moeten doen. Daarover moet tenslotte nog in een bodemprocedure worden beslist, de rechtbank kan hierover in kort geding niet oordelen. Dat het om praktische redenen beter zou zijn de inschrijving nu al teniet te doen, zoals de leninggevers stellen, betekent niet dat de curator daartoe in kort geding gedwongen kan worden. Dat de leninggevers daar een groot belang bij hebben evenmin. De curator hoeft dan ook niet in te stemmen met de overeenkomst.
