Kan een curator, die in een faillissement de woning van een failliet verklaarde man verkoopt, de koopovereenkomst ontbinden, als er later iemand komt met een beter bod? Dat is beter voor de boedelopbrengst, maar de curator heeft geen ontbindingsbevoegdheid, oordeelt de Hoge Raad.
In deze zaak zet de curator de woning van een failliet verklaarde man op Funda. Als een stel € 1.250.000 biedt, geeft de rechter-commissaris de curator toestemming om de woning aan hen te verkopen. Daags na het tekenen van de koopovereenkomst meldt zich een andere gegadigde met een hoger bod (€ 1.275.000).
Ontbinden
De woningeigenaar wil dat de rechter-commissaris de curator gebiedt de koopovereenkomst te ontbinden om een nieuwe koopovereenkomst te sluiten met de nieuwe gegadigde. Daarvoor roept de woningeigenaar artikel 69 van de Faillissementswet in: een gefailleerde kan tegen elke handeling van de curator bij de rechter-commissaris opkomen. Maar de rechter-commissaris wijst dat af: de koopovereenkomst is inmiddels met zijn goedkeuring gesloten en die kan niet meer ongedaan worden gemaakt.
Zo hoog mogelijke opbrengst
Tegen dat oordeel gaat de woningeigenaar in beroep bij de rechtbank Gelderland. Die geeft hem gelijk: de rechter-commissaris heeft bij het verlenen van haar toestemming onvoldoende gekeken naar het belang van een transparante openbare verkoopprocedure. Die had moeten leiden tot een zo hoog mogelijke opbrengst voor de schuldeisers. Toen het hogere bod binnenkwam, had de rechter-commissaris nog kunnen terugkomen van haar eerdere toestemming. Dan had de curator met beide gegadigden kunnen onderhandelen over de verkoopprijs en daarmee een (hogere) opbrengst voor de boedel kunnen realiseren. Dat er een nieuw bod kwam, betekent ook dat er nog belangstelling was voor de woning. De rechtbank gebiedt de curator de gesloten koopovereenkomst te ontbinden en een nieuwe openbare en transparante verkoopprocedure te starten.
Geen ontbindingsbevoegdheid
Tegen dit oordeel gaat de curator in cassatieberoep, en met succes. Het is nu eenmaal zo dat de koopovereenkomst de curator bindt. Dat kan niet ongedaan worden gemaakt door een bevel van de rechter-commissaris dat is gebaseerd op artikel 69 van de Faillissementswet. Het ongedaan maken van de koopovereenkomst kan alleen als de curator gebruikmaakt van een ontbindingsbevoegdheid, maar die heeft hij niet. Ook de woningeigenaar heeft geen beroep gedaan op een wettelijke of contractuele ontbindingsbevoegdheid. De Hoge Raad volgt de lijn van de rechter-commissaris. De woning is voor het stel met wie de koopovereenkomst is gesloten, ook al bood het achteraf gezien ‘minder’. De geïnteresseerde, die later een hoger bod deed, vist achter het net.