Inhoudsopgave

Curator eist bedrijfswagens terug die net voor faillissement zijn verkocht

Het komt vaker voor dat een bestuurder, die voelt aankomen dat zijn bedrijf failliet gaat, nog snel wat bezittingen verkoopt. Dergelijke rechtshandelingen heten ‘paulianeus’ en de curator kan ze terugdraaien.

Dat gebeurde ook in deze zaak, over een moedermaatschappij waaronder een besloten vennootschap (bv) en een werkmaatschappij hangen. Deze laatste dreef een pakketbezorgingsdienst maar liet veel werk uitvoeren door een extern transportbedrijf. De moeder en de bv bezaten enkele bedrijfswagens, die zij verhuurden aan de werkmaatschappij.

Verrekenverklaring

De moeder en de werkmaatschappij worden in 2020 failliet verklaard, de bv is net failliet. Drie dagen voordat de werkmaatschappij failliet gaat, stellen het transportbedrijf, de werkmaatschappij en de bv een zogenoemde verrekenverklaring op. Daarin staat dat het transportbedrijf en de bv nog geld van elkaar tegoed hebben. Om dit te verrekenen draagt de bv drie bedrijfswagens over aan het transportbedrijf. Als de bv later ook failliet gaat, wil de curator dat het transportbedrijf de bedrijfswagens, die samen voor € 35.000 in de verrekenverklaring stonden, aan hem teruggeeft. Dat wil het transportbedrijf niet. De rechtbank Gelderland behandelt dit geschil.

Benadeling

De curator beroept zich op de zogeheten faillissementspauliana en stelt dat hij de overdracht van de bedrijfswagens rechtsgeldig heeft vernietigd. Die bevoegdheid heeft een curator op grond van de Faillissementswet. Daarvoor moet zijn voldaan aan drie wettelijke voorwaarden: de rechtshandeling moet onverplicht zijn, door de rechtshandeling zijn schuldeisers benadeeld en de schuldenaar had moeten weten of behoorde te weten van die benadeling. In deze zaak was de verrekening van de facturen onverplicht: niet de (failliete) bv had een schuld aan de transporteur, maar de werkmaatschappij. Tegenover deze overdracht stond geen enkele tegenprestatie. Volgens de rechtbank is het evident dat daardoor de schuldeisers van de bv zijn benadeeld, nu de drie bedrijfswagens niet meer in de boedel zitten, zodat de curator deze niet meer kan verkopen. Ook had de bestuurder van de bv moeten weten van die benadeling: de overdracht van de auto’s vond plaats drie dagen voor het faillissement van de werkmaatschappij. De bestuurder diende op die dag al rekening te houden met het faillissement. De overdracht van de bedrijfsauto’s heet ‘paulianeus’.

Waarde vergoeden

Nu is voldaan aan de wettelijke eisen, zo stelt de rechtbank, mocht de curator de overdracht van de bedrijfswagens vernietigen. Die moeten dan ook aan de curator worden teruggegeven – in principe in dezelfde staat als ze op de dag van de overdracht waren. Maar ze zijn in de tussenliggende jaren intensief gebruikt. Teruggave in dezelfde staat is niet meer mogelijk. In dat geval moet de waarde van de bedrijfswagens aan de boedel worden vergoed. De waarde daarvan stond in de verrekenverklaring: € 35.000. Dat bedrag moet het transportbedrijf aan de curator betalen, wat ten goede komt aan de faillissementsboedel.

ECLI:NL:RBGEL:2023:3494

Bron:Rechtbank Gelderland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBGEL:2023:3494 402898 | 27-06-2023
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Bel 026 – 35 22 888 of stuur een bericht.

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn