Wat kan een burgemeester doen als iemand zijn buren veel overlast bezorgt? Om te beginnen goed onderzoeken wat er aan de hand is – wat de burgemeester in deze zaak niet heeft gedaan.
Een man met een autismespectrumstoornis heeft moeite met de leefgeluiden van vooral twee opgroeiende kinderen van zijn buren. Hij zet opzettelijk luide muziek op en scheldt het gezin uit. Het echtpaar vraagt de burgemeester om hiertegen handhavend op te treden, maar die wijst dat verzoek af. Intussen begint het stel ook een civielrechtelijke procedure, de uitkomst daarvan wil de burgemeester eerst afwachten. Vanwege de grote gevolgen die handhaving kan hebben, moet onomstotelijk vaststaan dat er sprake is van ernstige en herhaaldelijke hinder, zo stelt de burgemeester, die niet overtuigd is van de ernst van de overlast. Het echtpaar stapt naar de bestuursrechter (rechtbank Den Haag).
Geen herhaaldelijke hinder veroorzaken
De regel is: degene die een woning (of tuin) gebruikt, moet ervoor zorgen dat hij geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden veroorzaakt. Wordt die regel geschonden, dan kan een burgemeester hiertegen optreden, door een dwangsom of een last onder bestuursdwang op te leggen. Dit dient als laatste redmiddel en is pas aan de orde als er geen andere geschikte manier is om de overlast tegen te gaan. De burgemeester heeft beleidsruimte bij de vaststelling of sprake is van ernstige en herhaaldelijke hinder. In het gemeentelijke stappenplan staat: eerst een waarschuwing, daarna handhaving.
Criteria
De burgemeester ziet de scheldpartijen als ‘onwelvoeglijk taalgebruik’. Hij kan niet vaststellen of de muziek dagelijks hard en gedurende een aantal uren is te horen. De overlast duurt niet het hele jaar voort: dit is dus niet ‘herhaaldelijk’. Voor de rechtbank is niet duidelijk aan welke criteria de burgemeester heeft getoetst. De rechtbank zoekt daarvoor aansluiting bij de hindercriteria uit het Burgerlijk Wetboek. De burgemeester heeft alleen gekeken naar stukken en filmpjes van het echtpaar. Maar dit is volgens de rechtbank – zeker als wordt gekeken naar de civielrechtelijke hindercriteria – onvoldoende. De burgemeester had grondig moeten uitzoeken wat politieagenten hadden waargenomen, of met behulp van externe deskundigen dit zelf moeten onderzoeken. Het onderzoek dat de burgemeester nu heeft verricht schiet tekort. Het besluit om niet te handhaven houdt dus geen stand.
Dwangsom
Inmiddels heeft de kortgedingrechter de buurman gelast de geluidsoverlast te stoppen, op straffe van een dwangsom van € 250 voor iedere overtreding. Toch wordt dit kortgedingvonnis verschillende keren overtreden. Op vijf dagen heeft de buurman dwangsommen verbeurd. Het civielrechtelijk traject heeft dus niet tot een oplossing geleid. De burgemeester had daarom niet kunnen zeggen: we wachten het kort geding eerst af. De wijkagent heeft de buurman een gele en rode kaart gegeven en zijn geluidsapparatuur in beslag genomen. Ook heeft het echtpaar zich gewend tot het Meldpunt Bezorgd van de gemeente met het verzoek te interveniëren. Er is een mediationtraject gestart, maar de overlast bleef. Het oordeel van de burgemeester dat er nog geschikte alternatieven zijn, volgt de rechtbank niet.
Nieuw besluit
De rechtbank kan het geschil niet zelf afdoen: de inzet van bestuurlijke handhaving betreft een bevoegdheid die alleen de burgemeester toekomt. De rechtbank draagt de burgemeester op een nieuw besluit te nemen. Die moet daarbij de overwegingen in deze uitspraak ter harte nemen.